83
Het landbouwkundig onderzoek heeft behoefte aan een middel oin
de in het onderzoek betrokken terreinen ondubbelzinnig vast te leggen.
Het blijkt dat aan de genoemde en vele andere eisen slechts op ratio
nele wijze kan worden voldaan indien kan worden beschikt over een
kaart op schaal i 10000. Deze kan meer details bevatten dan de be
staande topografische kaart i25000. Behalve dit voordeel wordt van
de te vervaardigen kaart 110000 verwacht dat de gelijkvormigheid
van terrein met kaart beter zal zijn dan bij de bestaande kaartwerken.
Naarmate de uit te voeren werkzaamheden zich namelijk over grotere
gebieden uitstrekken, en dit is steeds meer het geval, heeft men een
kaart nodig die over het gehele gebied gelijkvormig is met het terrein.
Dit kan, in verband met de wijze waarop zij is ontstaan, van de topo
grafische kaart, voorzover deze niet uit luchtfoto's is gekaarteerd, niet
worden verwacht.
Behalve de landbouw vraagt het steeds ingewikkelder wordende be
stuursapparaat, o.a. vertegenwoordigd door de provinciale en gemeente
lijke diensten, grote waterschappen, polders, de dienst van het Nationale
Plan, met evenveel klem om een kaart op schaal t 10000 als boven
bedoeld.
De Rijkswaterstaat heeft reeds lang, voor wat zijn gebieden betreft,
aan dit inzicht gevolg gegeven door voorbeeldige kaarten 1 10000
en later 1 5000 te vervaardigen.
Andere diensten, zoals de Cultuurtechnische Dienst, de Stichting
voor Bodemkaartering, de Commissie voor indrogende gronden, de
Nederlandsche Heide Maatschappij, vele provinciale planologische
diensten, waterschappen, gemeenten zijn er toe overgegaan met behulp
van eigen personeel kaarten op schaal 1 10000 samen te stellen. Zij
zijn daarbij meestal uitgegaan van de kadastrale kaarten of van de
topografische kaart 1 25000. In beide gevallen werd een kaart ver
kregen die slechts voldeed aan de eis van meer ruimte om details te
verwerken. Het meetkundig verband is in dergelijke kaarten zodanig
slecht, dat zij voor veel doeleinden onbruikbaar zijn. Bij de samen
stellers heerst dan ook algemene ontevredenheid. Het gebrek aan on
derling contact der diensten was reden dat veel dubbel of meervoudig
en ten slotte toch slecht werk werd verricht.
Door gebruik te maken van het moderne hulpmiddel, de luchtfoto-
grammetrie, zou op voor iedere dienst goedkopere wijze een kaart
kunnen zijn vervaardigd, die aan ieders wensen op betere wijze zou
hebben voldaan.
Teneinde aan deze onverantwoorde toestand een einde te maken
heeft de Regering in 1946 aan Prof. J. M. Tienstra te Delft verzocht
advies uit te brengen over de mogelijkheden die hierin verbetering
kunnen brengen. In het uitgebrachte rapport, dat gegrond was op bij
belanghebbenden ingewonnen inlichtingen, werd gewezen op de urgen
tie van een kaart 110000. Dit rapport heeft echter niet geleid tot
practische resultaten. De te verwachten opdracht tot vervaardiging der
kaart of tot nadere bestudering van dit onderwerp bleef achterwege.
Op initiatief van de directeur van het Nationale Plan werd in 1948
te 's-Gravenhage een bijeenkomst van belanghebbenden bij de kaart