5 P 120 daad tot stand gebracht is volgt (zie fig. 13) uit de gelijkvormigheid van de driehoeken SPL en PDG resp. SEL en EDG dat SLLP PD: DG PE—EDDG en SL: LE SL(PE—PL) EDDG, zodat SX X DG LP(PE-ED) ED(PE-PL), waaruit volgtPL ED. Fig- 13 Omtrent de helling van PE en de verhouding tussen de twee stukken waarin de lijn PE door het punt L wordt verdeeld, behoefde hier dus niets te worden aangenomen. De snijding blijft dus onder alle omstan digheden intact indien slechts aan de bovengenoemde voorwaarde wordt voldaan. Ten behoeve van de scherpe afbeelding is voor de afstanden EL en PL een afstandsbesturing aangebracht en door deze zó te con strueren dat ook het punt D daarin wordt betrokken en er voor te zorgen dat de bewegingen van D even groot zijn als die van L doch tegengesteld gericht, wordt aan de beide voorwaarden dus steeds vol daan. De nummers 5a t/m 5d geven aan welke constructiedelen door de afstandsinstelling worden bewogen. B. Bijzondere constructies. Onder enkele beperkende voorwaarden is het mogelijk de ontschran- kingsprocedure niet onbelangrijk te vereenvoudigen. Wanneer men nl. bij de empirische ontschranking wèl aandacht wenst te besteden aan de nu bekend veronderstelde cameraconstanten, dan kan men het aantal instellingen dat noodzakelijk is met twee verminderen. Om dit aan te tonen maken we gebruik van de formules (13), (14) en (15). Dit houdt tevens in dat deze vereenvoudiging alléén geldt voor het geval van horizontaal terrein, daar alleen hiervoor de genoemde formules gelden. Wanneer X/„ yh en b bekend zijn kunnen we het assenstelsel op de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 22