125 de «r-as als primaire as is aangebracht (b.v. de stereoplanigraaf van Zeiss), of het geval waarbij de a,,-as primair is (Wild A 5). De figuren 16 en 17 hebben hierop betrekking, hig- 16 toont de opname bij verti cale stand van de camera-as en na invoering van de draaiingen i en 9- Fig. 17 is een bovenaanzicht van de bol welke in fig. 16 om het pro jectiecentrum is aangebracht en waarvan de straal gelijk is aan b. In deze figuur zijn tevens aangegeven de elementen ar en ar die onderscheiden door de indices I en II in beide bovengenoemde ge vallen in de beeldenpaarmachines worden afgelezen. Als a* ay o is ook i cp o zodat de 31-as op de opname even wijdig loopt met de lijn hoyo- Na draaiing over een hoek i in de richting 9 is de stand van deze as evenwijdig aan hiy^hoeky;A,-h0 100-9). Bij deze draaiing is dus x O gehouden. In geval I (a^-as is primair) loopt de y-as van de opname na draaiing over de hoeken O.J en a,! evenwijdig aan hi y' (waarbij x' o). In geval II wordt de richting van de y-as evenwijdig aan htyn (XH o). Uit figuur 17 blijkt derhalve dat in de drie gevallen de nulrichtingen voor de telling van x niet samenvallen. Uit deze figuur zullen we nu het verband afleiden tussen de drie groepen van drie elementen die in de drie gevallen optreden, nl.volgens fig. 1i, 9 en x We maken daarbij gebruik van de twee in figuur 17 voorkomende rechthoekige boldriehoeken en vinden dan het volgende resultaat geval Iv.Ja,! en x' geval IIxx", en x" Geval I. cos i cos ax' cos a,! Stellen we nu A x' 9 Y 100 dan is tg ix'= cotg (9 y) Geval II. sin sin 1 cos z) sin2 a.yl cos a.r' sin2 a^' cos a.}} cos z cos ar" cos 0^," en tg A x" tg (9 S) sin a/ sin a^" (cos z 1) sin2 xx" cos ay" sin2 acos xj1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 27