Literatuuroverzicht
126
Uit het bovenstaande blijkt dat als a.ren a,. klein zijn :Ax"« A x'.
Bovendien volgt uit de wijze waarop A x' en A x" zijn gedefinieerd
dat
x x' A x1 x" A x"
waarmee voor beide gevallen de grootheden itp en x kunnen worden
bepaald uit de gegevens van de aërotriangulatie.
Voor elk concreet geval zal nog kunnen worden nagegaan of het
mogelijk is de formules in een voor het doel elegantere vorm te schrij
ven, waarbij o.m. gedacht kan worden aan benaderingen die toelaat
baar zullen zijn wanneer men te maken heeft met verticale opnamen.
Het zou ons echter hier te ver voeren daarop in te gaan.
VIII. Samenvatting.
In het voorgaande is uitgaande van een aan de fotogrammetrische be
hoefte aangepaste algemene vorm van de projectieve transformatie
formules onderzocht, welke betrekkingen er bestaan tussen de oriën
teringselementen van een foto op het moment der opneming en de
corresponderende elementen bij de ontschranking. Hieruit wordt onder
meer afgeleid aan welke voorwaarden een ontschrankingsapparaat moet
voldoen, waarna enkele bestaande constructietypen worden beschreven.
Tenslotte worden voor twee in Nederland aanwezige typen de formules
gespecialiseerd.
Franz Ackerl, Hoogleraar in de Geodesie en de Fotogrammetrie
aan de Hochschule für Bodenkultur te WeenenGeodasie und Photo
grammetrie 1. Teil, XVI 460 blz., 15 X 21 cm. Georg Fromme
Co, Weenen 1950, prijs ing. 6.25, geb. 7.-—.
Dit boek vormt in de reeks „Technische Handbücher für Bauprak-
tiker het eerste deel van band VIII: Geodasie und Photogrammetrie
het: behandelt „Instrumente und Verfahren der Vermessung und
graphisch-mechanischen Auswertung"het tweede deel, dat in de loop
van 1951 za' verschijnen, zal de „Rechnerische Bearbeitung der Ver-
messungsergebnisse" (ca. 250 blz.) bevatten.
Het is de taak van de referent hier het hoofdstuk „Photogramme
trie" uit bovenstaand werk (blz. 350 tot eind) te bespreken"
Met de bedoeling een handboek, geen leerboek, voor de praktijk te
geven, gaat de schrijver uit van de veronderstelling, dat de gebruiker
de theorie van de te behandelen stof reeds eerder, tijdens zijn opleiding,
heeft doorgenomen en verwerkt en dat deze daarom thans voorname
lijk de behoefte heeft zijn herinnering wat op te frissen. Tegelijkertijd
moet het boek dan ook kunnen dienen om de studerende een overzicht
te geven van het gehele gebied der landmeetkunde.
In het hoofdstuk „Photogrammetrie" biedt de schrijver de ingewijde
fotocartograaf dan ook uiteraard niets nieuws, daar het hier behandel
de zich beperkt tot die theoretische en practische beginselen die voor