LANDMEETKUNDE Literatuuroverzicht 131 rekening, door nieuwe meting. Hij bevat naast kadastrale ook topogra fische gegevens en hoogtelijnende moederkaart werd vervaardigd op astralon en kan dus worden vermenigvuldigd door lichtdruk. Het is een belangrijk artikel dat waardevolle aanwijzingen en er varingen bevat. Een dergelijk algemeen toegankelijk en reproduceerbaar stel kaarten is voor een land een benijdenswaardig bezit. Allg. Vermessungs-Nachrichten, 1951, nr. 1, blz. 18. G. Kaspereit. Tekenen op astralon. Op astralon een doorzichtige stof is zeer wel te kaarteren, naar ook aan mijn bureau gebleken is; het inkten is moeilijk. Het deed me genoegen dat wij niet alleen worstelen met dit probleem, zoals blijkt uit genoemd artikel. Het beschrijft een methode van de heer Wieneke. Het vel wordt bedekt met een laag, waarin met een stompe naald de lijnen geritst worden tot, maar niet in het astralon, waarna verf over de laag wordt gestreken, die vervolgens wordt verwijderd. Een soort ets-procédé dus. Schijnt goed te bevallen. Gepatenteerd. De Gr. Österreichische Zeitschrift für Vermessungswesen, 1950, nrs. 5 en 6, blz. 103. Prof. Dr. K. Hubeny. De vereffening van driehoeks- netten met direct gemeten zijden. In deze driehoeksnetten zijn lengten van zijden gemeten, geen hoe ken. Eén lengte bepaalt de onderlinge ligging van twee punten, ieder volgend punt wordt bepaald door nog twee lengtende onderlinge lig ging van p punten dus door 2p3 lengten. Is het aantal gemeten zijden S, dan is het aantal voorwaarden S 2p 3. Het aantal voorwaarden in een net van aansluitende driehoeken zon der kruisende zijden blijkt gelijk aan het aantal centrale punten. Iedere verbinding meer geeft een voorwaarde meer, iedere minder een voor waarde minder. Schrijver gaat na de voorwaarde van een centraal punt. Deze is som hoeken om punt 400 gr. Dit, uitgedrukt in functie van de zijden, geeft de voorwaardevergelijking; de coëfficiënten gevormd door de partieel afgeleiden blijken grafisch uit een kaart van het net te kun nen worden bepaald. Wanneer in het net andere verbindingen zijn, kan dezelfde methode worden toegepast, zolang deze verbinding een driehoek vormt de hoek tegenover deze verbinding moet gelijk zijn aan de som van de hoeken van de driehoeken die in dat punt samenkomen is dit niet meer het geval, dan moeten hulplijnen worden gebruikt. Hiermee is het probleem volledig behandeld, dat door radarmeting of meting met hoogfrequent gemoduleerd licht aan de orde kan komen. Schrijver geeft enige getallenvoorbeelden. De Gr.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 33