146
is het niet te kras gesteld, indien men zegt, dat op 10 Mei 1940 het
bedrijf van Corsten op Waalhaven letterlijk en figuurlijk weggevaagd
is. Niet alleen dat zijn ook voor vandaag in Nederland nog ideale
fotovliegtuig, de Fokker F VIII, met de gehele installatie van het
bedrijf, verloren ging, er zouden ook vijf jaren van stilstand volgen,,
gedurende welke concurrerende bedrijven in niet bezette landen zich
konden ontwikkelen.
Zo moest Corsten na de oorlog weer van de grond af beginnen. Er is
in 1945 op Schiphol gestart onder afschuwelijke omstandigheden. Van
de mensen werd het uiterste gevergd. Het lukte echter, omdat de baas,
Corsten, er altijd bij was. Ik heb het toen niet persoonlijk waargenomen,
maar weet, dat dit de logische consequentie is van zijn instelling jegens
de mensen en zijn bedrijf.
Het is ook gelukt weer groot werk aan te pakken. Het belangrijkste
is Noord-Suriname, dat indertijd werd begonnen op initiatief van Dr.
Plesman en op risico van de K.L.M.thans zijn velen dankbaar, dat
het is ondernomen en uitgevoerd op de degelijke wijze die van werk
onder Corstens leiding kon worden verwacht.
Bovendien kwam Venezuela opnieuw met een belangrijke opdracht
en het was mogtjijk uit deze werken en diverse kleinere opdrachten
de zeer belangrijke rehabilitatiekosten van het F.C.B. te betalen.
In 1950 kwam er stagnatie in de werkzaamheden voor het buiten
land. Over Zuid-Amerikaanse objecten kwam men niet tot een be
slissing en de moeilijkheden in Perzië liggen nog vers in het geheugen
van betrokkenen. Met enorme energie heeft Corsten zich aan dit ge
weldig grote Perzische project gezet en een degelijk project gemaakt.
De teleurstelling is hem niet gespaard in de ontdekking dat aanbe
stedingen op luchtkaarteringsgebied zich blijkbaar verhouden tot water
bouwkundige aanbestedingen als paardenhandel tot een zaak in garen
en band. Insiders weten, dat deze ervaring hem diep heeft getroffen.
De zich toespitsende internationale verhoudingen werkten verder
verlammend op de vooruitzichten voor civiel werk en het leek of het
bedrijf, dat na 1945 met opoffering van veel energie en middelen weer
was opgebouwd en dat nog altijd meetelt in de wereld, een zeer moei
lijke strijd om het bestaan zou hebben te voeren.
Corsten was tot die strijd bereid. Juist kort voor zijn dood was hij
tot de conclusie gekomen, dat er een mogelijkheid tot „overwinteren"
aanwezig was en zag hij de wereld weer opgewekter in.
Helaas, het is voor hem daarbij gebleven. Helaas, want deze grotere
gerustheid was hem van harte gegund. Immers Corsten was geen lucht
hartig man. Hij tilde eer te zwaar dan te licht aan de moeilijkheden
die op zijn pad kwamen. Toch verstond hij de kunst onder zijn 120
mensen een goede geest te bewaren. Was dit echter niet doordat hij
zo trouw en, ondanks de schijn van het tegendeel, zo diep ernstig was,
ook over de kleine dingen van het leven, die voor anderen soms zo
belangrijk zijn?
Aan één kant heeft hij het in de K.L.M. met het oog op zijn
karakter wel eens moeilijk gehad. Hij had niet de neiging een grote
dunk van zichzelf te hebben; dit werd versterkt door de wereld waarin