102 Vh en b van het projectiecentrum in het x-y d) de coördinaten xhr stelsel. Dat uit de vele mogelijkheden juist deze negen elementen zijn ge kozen, wordt gemotiveerd door de samenhang tussen deze elementen en de in de fotogrammetrie gebruikelijke grootheden. Uit wiskundig oogpunt zou een andere keuze die tot eenvoudiger en overzichtelijker formules leidt de voorkeur verdienen. Teneinde het verband tussen de coördinaten X, Y en Z van een punt P en x, y van zijn projectie p in formules uit te drukken, wordt uitgegaan van het in fig. 2 aangegeven eenvoudige geval waarin 1 <p x uh vh o werd genomen. Fig. 2 Uit deze figuur volgt UL~UP ut b WL WP b Vl Vp wL Wp Wanneer de normaal Lh over een hoek i gedraaid wordt (om L),. waarbij het u-v stelsel meedraait tot het in de stand u'-zgekomen is, snijdt de lijn PL dit u'-v'-vlak in p'. In fig. 3 correspondeert het vlak M met het projectievlak van fig. 2. M' is dit vlak na draaiing over een hoek i om een as door L evenwijdig aan de »-as (zodat 9=0 blijft). Uit de figuur volgt dat voor p' geldt u' E D =■- E L tg 1 -|- e) b tg i tg e T A B u Nu is tg s -j—g 1 tgztgs zodat, na enige herleiding

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 4