D 161 Bij het opmaken van het programma van meting zorgt men er meestal voor, dat de netsvergelijkingen alle uit centrumnetten kunnen worden opgemaaktmen meet dus niet in elk geval klakkeloos alle hoeken die men toevallig kan waarnemen. Bij metingen in bergland kan men echter meestal weinig richtingen wederzijds waarnemen, zodat er weinig veelhoeksvergelijkingen zullen zijnter versteviging van het net wil men dan zoveel mogelijk netsvergelijkingen hebben en meet dan dus wel alle richtingen of hoeken die men kan waarnemen. Hierdoor kunnen moeilijk op te stellen netsvergelijkingen ontstaan. In fig. 28 maakt L 2 de ketting tot een net. De netsvergelijking volgt echter niet uit een centrumnet. Op de volgende wijze kan men in dit en soortgelijke gevallen met omzeiling van een ingewikkelde voor- waardevergelijking tot de herleide voorwaardevergelijking komen. Fig. 28 Leg de F-as van een rechthoekig coördinatenstelsel langs AB met de oorsprong in A. Stel AB 1. Dan is: AF sin 3, BF sin r BC si" 1 si" 6 CF sin 1 sin 4 sin 7' sin 7' sin 7 sin 5' sin 7 sin 5' sin 1 sin 4 sin 8 FF— S'" 1 S'n 4 s'n 9 sin 7 sin 5 sin (8 9)' sin 7 sin 5 sin (8 -J- 9)' sin 1 sin 4 sin 8 sin 10 DE r sin 7 sin 5 sin (8 9) sin 1 1 AB=o, AF=Z- r, AD Z. 2, BF= 2004^3, Z>(7= 200 3 ^4. CF Z3 Z4Z5, CE~ Z3Z4 -Z 5 Z 9, CD Z3 Z4 Z 5 Z9 Z 10, FE 200 Z3 Z4 Z 5 Z 8, DE 200 Z 3 Z 4 Z 5 Z9 Z 10 Z 11.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 15