IR. C. KOEMAN
Controle van een gewichtsformule
170
aan de gegeven coördinaten van F. Deze voorwaarde levert nog twee
voorwaardevergelijkingen op
Xp Xb BD sin BD DF sin DF en
Yf Yb BD cos BD DF cos DF,
waarin men BD, BD, DF en DF op dezelfde wijze in de elementen van
het verband uitdrukt als geschied is in de netsvergelijking van fig. 28.
In totaal zijn er in dit geval dus 4 voorwaardevergelijkingen (be
halve die van het verband zelf); dat dit aantal juist is, is duidelijk:
men kan immers het verband altijd alléén aan A en B aansluitendit
levert geen enkele voorwaarde op; zijn dan bovendien de 4 coördinaten
van F en G bekend, dan moet dit 4 extra voorwaarden opleveren.
Zouden ook de coördinaten van H bekend zijn, dan komen er dus
nog 2 vergelijkingen bij, nl.
sin F, sin F.
GH -7^ X FG en
sin tie sin hg
GH=GF Z C5 AGg.
Wetenschappelijk ambtenaar aan de Technische Hogeschool te Delft:
toegepast bij de vereffening van
simultane lengte- en breedtebepalingen met het prisma-astrolabium
Bij het vereffenen van groepen overtollige waarnemingen heeft men
in de regel één of meer aannamen gedaan bij de aanvang van het werk.
Het is van belang zich ervan te overtuigen of de waarnemingen vol
doen aan de aannamen die men heeft gemaakt. De mogelijkheid zich
daarvan te overtuigen wordt geboden door het waarnemingsmateriaal
zelf of door de uitkomsten van de vereffening. De aan het eind van
een vereffeningsberekening geproduceerde correcties aan de waar
nemingen kunnen zeer wel dienen voor een onderzoek naar het gedrag
der waarnemingen, al of niet in verband gebracht met hun gewichten.
Ook is het mogelijk, dat herhaalde waarnemingen voor dit onderzoek
gebruikt worden. Van dit laatste is het onderstaande artikel een voor
beeld.
Na het uitvoeren van een vereffening volstaat men in de regel met
het berekenen van de middelbare fouten, soms uitgebreid met de cor
relatiebedragen. Een onderzoek naar de juistheid der toegepaste ge
wichten enlof naar de aard van de frequentie-verdeling der waarne
mingen wordt maar zelden uitgevoerd. Toch kan zulk een onderzoek
een nuttige bijdrage tot het werk leveren. Vooral bij uitgebreide ver
effeningen (die in de landmeetkunde niet zelden voorkomen) dient
een controle nagestreefd te worden. Het uitgebreide waarnemings-