- Literatuuroverzicht 176 Een scherpere controle zou plaats vinden, indien we de beschikking hadden over waarnemingsmateriaal, verkregen met een instrument van grotere capaciteit (b.v. een Wild T 3). In dit geval zouden we pas kunnen spreken van een controle op de juistheid van de gewichts formule, terwijl we nu slechts kunnen zeggen, dat de gewichtsformule 13.50- 4.0 3'.'o— 2'! O I'-'O O - o volgens gewichtsformule a uit statistiek 15 30 45 Fig. 3 6O 75 90 Az. overeenkomt met de gestelde aannamen in het onderhavige experiment. Voor de simultane lengte- en breedtebepalingen, uitgevoerd met de Wild T 2 prisma-astrolabium, blijkt dus de aanname: het gewicht van een stersobservatie is nagenoeg onafhankelijk van het azimuth (mits men geen sterren in de buurt van de meridiaan waarneemt) ge rechtvaardigd te zijn. Österreichische Zeitschrift für Vermessungswesen, 1950, nrs. 5 en 6. Blz. 133. Dr. K. Rinner. Over het berekenen van richtingen. Wanneer richtingen niet zichtbaar zijn, kan de mogelijkheid bestaan deze uit hulpconstructies te berekenen. (Het eenvoudigste voorbeeld is

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 30