Literatuuroverzicht
187
A aar aanleiding van de in het Verslag van de commissie van advies
inzake verhoogde rechtsbescherming aangekondigde herziening van het
beroepsrecht bij belastingzaken, heeft het Bestuur ten Departemente
besprekingen gevoerd. De administratieve rechtspraak inzake reclames
tegen schatting voor de grondbelasting, dient te worden bezien in het
kader van de algehele herziening van het beroepsrecht bij belasting
zaken. De ideeën inzake instelling van een kadastraal scheidsgerecht
voor geschillen betreffende de metingen vonden geen weerklank, omdat
men de onpartijdigheid van een rechtsprekend college belangrijker acht
dan zijn deskundigheid.
De aangewezen vertegenwoordigers (F. Schuurman en Ir. J. F.
Ilsen) in het Hoofdbestuur van de N.L.F. hebben drie vergaderingen
daarvan bijgewoond. Wij verwijzen hiervoor naar het jaarverslag van
de N.E.F., opgenomen in het Aprilnummer van dit .Tijdschrift.
Met aanverwante verenigingen vond uitwisseling van periodieken
plaats.
Groningen, Juli 1951. De Secretaris,
Ir. J. F. Ilsen.
Edmond R. Kiely: Surveying Instruments. (Nineteenth Yearbook
of the National Council of Teachers of Mathematics.)
XTII 411 biz., 15 X 23 cm, Bureau of Publications, Teachers
College, Columbia University, New York. 1947. Prijs geb. 13.
In een zestal hoofdstukken geeft schrijver een overzicht van de
instrumenten en de meetmethoden die bij het landmeten in gebruik
waren, van de oudste tijden tot ongeveer 1750.
Hoofdstuk I leert ons de geschiedenis van het landmeten in Egypte,
Babylonië en China; het vertelt tevens iets over de Papyrus Rhind
en de Golenishchev Papyrus, voor zover dit voor de landmeetkunde
van belang is.
Als geodetische instrumenten in het oude Egypte worden genoemd
het waterpas met schietloodeen „richtinstrument", merchet genaamd
winkelhaken en het landmeterskruis.
In hoofdstuk II wordt de ontwikkeling der landmeetkunde bij de
Grieken en Romeinen behandeld. De kennis der Grieken werd in hoofd
zaak verbreid door de hogeschool van Alexandriëde uitgebreidste
beschrijvingen danken wij aan Heron (tussen 100 v. C. en 200 n. C.),
die in zijn werken verzamelde al hetgeen toen op het gebied van wis-
en natuurkunde en de landmeetkunde bekend was. Hij beschrijft o.a.
het vloeistofwaterpas, het waterpas met schietloden, waterpasbaken
en de dioptra, de voorloper van onze theodoliet. Volgens de beschrij
ving was dit instrument geschikt zowel voor hoekmeten als voor water
passen.
Voor het uitzetten van rechte hoeken gebruikte men de „ster", een
kruis met de armen loodrecht op elkaar, op een voetstuk geplaatst.
Aan de uiteinden der armen hingen schietloden, waarlangs werd ge
richt. De Romeinen gebruikten de „groma", eenzelfde instrument,