150 worden uitgedrukt, kan dus uit de andere worden berekend, en levert dus de voorwaarde op, dat zijn gemeten waarde gelijk moet zijn aan de aldus berekende waarde, wel te verstaan, nadat aan alle gemeten hoe ken door de vereffening zgn. verbeteringen zijn aangebracht. Het gaat er nu om het aantal van deze voorwaarden vast te stellen, ze op te sporen en ze zo in vergelijking te brengen als voor de ver effening het gemakkelijkst is. Het zal blijken dat de voorwaarden in drie soorten vergelijkingen uitgedrukt kunnen worden, nl. waaierver gelijkingen, veelhoeksvergelijkingen en netsvergelijkingen. Door hoeveel hoeken is het veelhoeksverband bepaald? Stel dat er P hoekpunten zijn. Deze kan men zo door rechten verbonden denken, dat zij een gesloten P-hoek vormen. De vorm van een P-hoek is bepaald door 2P4 gegevens (zie b.v. Molenbroek, Leerboek der vlakke meet kunde, ioó). Men ziet dit onmiddellijk in, want als men twee der punten, A en B, een willekeurige ligging in het vlak geeft en langs deze punten de X-as van een coördinatenstelsel legt met de oorsprong in A, behoeft men van de overige P2 punten slechts de 2 (P2) coör dinaten te kennen, uitgedrukt in AB als eenheid, om de vorm van de veelhoek te kunnen bepalen. Daar de gegevens slechts uit hoeken be staan, is de vorm van het veelhoeksverband dus bepaald door 2P4 onafhankelijke hoeken (1) Zijn er H hoeken gemeten, dan volgt uit (1), dat er H(2P4) overtollige hoeken (2) zijn en dat er dus evenveel voorwaarden moeten worden gevonden en in vergelijking gebracht. Waaiervergelijkingen Het komt dikwijls voor, dat van de hoeken die op één punt zijn gemeten er één of meer kunnen worden afgeleid uit de andere hoeken. y Fig. 5 Fig. 6 Fig. 7 Fig. 8 Zo kan men in elk der figuren 5, 6 en 7 één willekeurige der gemeten hoeken, en in fig. 8 twee willekeurige der gemeten hoeken uit de andere afleiden. De voorwaarden die hierin liggen opgesloten, drukt men in verge lijkingen uit als volgt a 400 (p-j-Y S e) °fa p y S E O- a p Y °f: a P y O, a 400 p of: a P O. Dergelijke voorwaardevergelijkingen noemen we waaiervergelij kingen. Het aantal vindt men door telling in het veelhoeksverband.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 4