E 153 punten. Iedere veelhoek die men toevoegt levert een aantal nieuwe zij den dat i meer is dan het aantal nieuwe hoekpunten en levert ook één nieuwe veelhoeksvergelijking. Alle toegevoegde veelhoeken samen leveren dus een aantal nieuwe veelhoeksvergelijkingen op, dat gelijk is aan het totale aantal nieuwe zijden verminderd met het totale aantal nieuwe hoekpunten. Van de veelhoek waarmede men is begonnen, en die ook één vergelijking opleverde, is echter het aantal zijden minus het aantal hoekpunten gelijk aan nul. Stelt dus l het aantal lijnstukken en p het aantal punten van het gehele overgeschoten veelhoeksverband voor, dan is hoeksvergelijkingen. (3). Fig. 13 Fig. 14 Fig. 15 Figuur 13 met 7 lijnstukken en 5 punten moet dus 7 5 1 =3 veelhoeksvergelijkingen opleverende som van de hoeken van elk der drie driehoeken moet 200 zijn. Door twee dezer vergelijkingen bij elkaar op te tellen verkrijgt men de som van de hoeken van een der twee vierhoeken die men in de figuur kan vindendoor optelling van alle drie vergelijkingen de som van de hoeken van de vijfhoek. Men zou aan deze figuur dus zes veelhoeksvergelijkingen kunnen ontlenen, maar daarbij zijn er slechts drie onafhankelijk van elkaar, overeen komende met formule (3). Welke drie men uitkiest doet er voorlopig niet toe, mits het maar onafhankelijke vergelijkingen zijn. Indien een of meer hoeken, bedoeld in bovenstaande afleiding, niet zijn gemeten, moei men nagaan hoeveel veelhoeksvergelijkingen daar door vervallen en dit aantal aftrekken van het aantal volgens (3). Is b.v. in fig. 13 L BCD niet gemeten, dan vervalt de vergelijking be treffende de som der hoeken van A BCD. In fig. 14 vervalt door het niet meten van de hoeken BFD en DBF ook slechts één veelhoeks-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 7