201 theorie. Hij aanvaardde deze uitnodiging en schreef ten behoeve daar van een dictaat, waarin hij zijn denkarbeid op dit gebied heeft neer gelegd. Het spreekt vanzelf, dat plannen zijn gerezen dit belangrijke werk als zijn geestelijke erfenis in de Engelse taal uit te geven. Een kleine kring zijner naaste medewerkers en vrienden, hier en in Ame rika, hebben de zorg hiervoor op zich genomen. In al het bovenstaande werd eigenlijk nergens een directe poging gedaan antwoord te geven op de in het begin gestelde vraag. Schrijver meent echter, dat overal tussen de regels door duidelijk is, waarom de persoonlijkheid van Tienstra die eigenaardige kwaliteiten vertoonde, die hem in elk milieu een op de voorgrond tredende plaats bezorgden. In de eerste plaats misschien, omdat hij dit zelf vroeg noch verwachtte. Toch was hij aan de andere kant ook niet wat men dan gemeenlijk pleegt te noemen: een bescheiden figuur. Tienstra was Tienstra zonder meer, die nooit iets trachtte te schijnen, nooit trachtte zich te laten gelden. De natuurlijke vanzelfsprekendheid van zijn persoonlijkheid heeft hem die rustige kracht bezorgd, die hem op moeilijke momenten, ook soms bij het barre lijden van de laatste maanden, staande heeft weten te houden. Tienstra heeft zich 20 jaar lang bezig gehouden met plaatsbepaling en vereffening in de landmeetkunde. Daar boven uit gaat echter, dat hij ook een meester was in plaatsbepaling en vereffe ning in alle menselijke verhoudingen. Daarmede was hij overal, waar hij ook diende, als het roer aan een schip, dat men niet voelt zolang de zee rustig en de koers stabiel is. In menige levenskring waarin Tienstra stond, zal dit roer gemist worden, niet op ieder ogenblik, maar juist dan wanneer zijn kracht het nodigst zou zijn geweest. Hijzelf was meer dan wie ook overtuigd van het betrekkelijke van al het menselijke werk, getuige het woord, waarmede hij zijn artikel in het Bulletin Géodésique eindigt: ,,a rich field lies open only awaiting the arrival of the harvester". Zo zag hij zijn eigen werk, zo zag hij in de laatste tijd ook zijn leven. Aan ons allen, zijn vrouw en zoon allereerst, maar ook aan zijn vrienden en leerlingen heeft hij velden geopend. Aan ons is ook de taak gelaten en het voorrecht gegeven in het aardse vlak „harvester" te zijn op zijn rijke velden. „The great Harvester", de ondoorgrondelijke Heer van Dood en Leven neme de ziel, het grote hart van Jaap Tienstra, waaraan zo velen zich bij tijd en wijle mochten verwarmen. Toch ondanks alle bitterheid dank, voor wat ons in ons leven door deze man geschonken werd. 19 September 1951. W. Schermerhorn WAARNEMINGSREKENING EN WISKUNDE Over den vorm van de foutenfiguur bij enkele eenvoudige gevallen van de puntsbepaling. K. en L. 1929, blz. 65, 96 en 1631930, blz. 3. Puntvereffening door middel van voorwaarden vergelijkingen. K. en L. 1926, blz. 3.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 11