218 D. De chronograaf. Deze is het eigendom van het laboratorium voor Geodesie van de Technische Hogeschool te Delft. Het instrument is gefabriceerd door „The Great Northern Telegraph Cr." te Kopenhagen. De chronograaf wordt aangedreven door een veer, die met de hand wordt opgewonden. De snelheid waarmee de strook loopt is regelbaar en bedraagt maximaal ongeveer 24 mm/sec. Nadere bijzonderheden zijn vermeld in de onder 11), 12) en 13) genoemde artikelen van de literatuurlijst. Tenslotte vestigen we nog de aandacht op de twee schakelkastjes, die zijn aangebracht in de leidingen tussen de zelfregistrerende micro meter en chronograaf en tussen de chronometer en de chronograaf (fiff- 3)- Beide bevatten een batterij van 4 Volt voor voeding van de twee stroomkringen, terwijl tevens in elk kastje een weerstand is inge bouwd, waarmede de sterkte van de uitslagen op de chronograaf, zo wel van de zelfregistrerende micrometer als van de chronometer, regel baar is. Foto 5 geeft nog een overzicht van de opstelling der ontvang toestellen, chronograaf en nevenklok. 5- DE METINGEN In Leeuwarden zowel als op Ameland zijn de waarnemingen ver richt op bakstenen pijlers, afgedekt met een hardstenen dekzerk. In Leeuwarden was deze pijler opgetrokken op de muurkroon van de Stadstoren, de „Oldehove", in Ameland op een duintop in de nabijheid van de Noordzeekust. De voorbereidende werkzaamheden bestonden in het aanleggen van een antenne voor de ontvangst van de radiotijdseinen verder in het bouwen van een waarnemingstent, die in ons geval be stond uit een houten geraamte, waaromheen waterdichte zeilen, die van boven opengeslagen konden worden, zodat het mogelijk was een opening in de richting van de meridiaan te verkrijgen. Vervolgens moest de gestabiliseerde wisselspanning langs een telegraaflijn worden aangevoerd. In Leeuwarden ging dit vrij gemakkelijk; op Ameland bleek het echter nodig, wegens het ontbreken van een telegraaflijn in de onmiddellijke omgeving, een provisorische telegraaflijn van 600 m lengte langs palen door bosterrein naar het waarnemingspunt te voeren. Het gevaar voor kortsluiting tussen de draden, bv. door val lende takken, wat een ontregeling van de chronometer tengevolge zou hebben, was hierbij niet denkbeeldig. Tijdens de waarnemingsnachten is dit echter niet voorgekomen. Een andere moeilijkheid deed zich ook op Ameland voor, nl. een te lage spanning van de wisselstroom. Door het plaatsen van een extra versterker te Holwerd kon de spanning tot 80 Volt worden opgevoerd, juist voldoende om de chronometer behoorlijk te laten functionneren. Al deze werkzaamheden werden met veel bereidwilligheid verricht door het technisch personeel van de dienst der P.T.T. Nadat vervolgens de instrumenten waren opgesteld en de electrische geleidingen tussen de instrumenten onderling waren aangebracht en gecontroleerd, kon met de voorbereiding voor de eigenlijke metingen worden begonnen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 30