229
rechterlijke of notariële tussenkomst. Alleen voor de zekerheidsover
dracht van vorderingen is een akte nodig (zie art. 1197 en 668 B.W.).
Het verkeer eist een eenvoudige rechtsregeling voor een goed gewaar
borgde geldlening, een rechtsregeling die steunt op de aard van de in
pand gegeven zaak.
Spreker betoogt vervolgens dat de wetgever het pandrecht nog verder
zal moderniseren, dit dus nog nauwer zal doen aansluiten bij de eisen
die de praktijk stelt. De zekerheidsoverdracht zal vervangen worden
door het registerpandrechtvestiging van pandrecht op bedrijfsgoede
ren door de overschrijving van een onderhandse of authentieke akte
in de daartoe speciaal bestemde openbare registers. De wenselijkheid
hiervan ligt voor de hand. Geen verkapt pandrecht meer in de vorm
van zekerbeidsoverdracht, maar een duidelijk gepubliceerd pandrecht.
Nog belangrijker zal vermoedelijk in het ontwerp-Meijers de ver
eenvoudigde vorm van vestiging van pandrecht op bedrijfsvorderingen
ten behoeve van kredietinstellingen worden, mogelijk zelfs met inpand-
geving van nog niet bestaande vorderingen.
Uit het voorgaande ziet men hoe het pandrecht zich gaandeweg,
dank zij de jurisprudentie, ontwikkeld heeft, en in welke richting het
zich nog verder zal ontwikkelen. Het recht leeft. Aan de wetgever
de taak de wet in overeenstemming te brengen met de eisen die het
rechtsverkeer stelt.
Vervolgens vergelijkt spreker het recht van hypotheek met het pand
recht op roerend goed. Voor pandrecht op roerend goed geldt in het
algemeen
ie Het pand wordt afgegeven.
2e Het pandrecht komt op informele wijze tot stand.
3e De pandhouder heeft het recht van parate executie.
Bij het hypotheekrecht komt hiervoor in de plaats
ie Publicatie in de openbare registers.
2e De notariële akte, het borderel.
3e De onherroepelijke volmacht bedoeld in art. 1223, 2e lid, van
het B.W. voor de eerste hypotheekhouder, voor de tweede en
volgende hypotheekhouders de grosse met het executoriale beslag.
Wat de eerste twee voor hypotheek geldende punten betreft, gaat
spreker de geschiedenis van deze voorschriften na. Hieruit blijkt dat
het in te schrijven borderel oorspronkelijk in Frankrijk slechts een
mededeling was in de vorm van een verzoek van datgene wat reeds
gebeurd was (de hypotheek bestond reeds vóór de publicatie). Hoewel
door de later ingevoerde verplichte publicatie de betekenis van de in
schrijving van karakter veranderde (pas door de inschrijving wordt
het recht van hypotheek gevestigd), bleef toch de historische vorm van
de inschrijving van meer dan anderhalve eeuw geleden bestaan.
Ziet men echter het recht van hypotheek als een vorm van pandrecht,
dan is, evenals bij elke vestiging van een zakelijk recht op onroerend
goed, publicatie van de titel noodzakelijk.
Spreker weidt voorts enige tijd uit over de betekenis van de open
bare registers, „het veel doorploegde terrein van negatief en positief
stelsel", waarbij de vraag opkomt, hoe moet worden vastgesteld of de