15 cm
-a l
13
Teneinde een mogelijke afwijking in de loodrechte stand van AD
en BC op AB nog te controleren, werden, behalve de zijden van de
rechthoeken ABCD en ABFE, ook de diagonalen AC en BD AF en
Bh gemeten.
De middelbare afwijking van de loodrechte stand was aan de top
i van een „loodlijn van 10 cm voor de vijf waarnemers opvolgend
r"3. !3S> 97' II5 en 209 Bij de top <2, van een loodlijn van 5 cm
waren deze bedragen opvolgend 93, 96, 46, 59 en 113 /x. Zoals ver-
3Pi C
A= I
Qï M
Vi
o
LD
B= 31
Fig. 6.
wacht mocht worden zijn de eerste bedragen nagenoeg gelijk aan het
dubbele van de tweede. Een gemiddelde waarde van m10 voor een
loodlijn van 10 cm is circa 144 fi. Ter vergemakkelijking van de hierna
volgende berekeningen is ;w102 20000 genomen. m6 en m9 zijn
in deze m.f. niet begrepen.
mll' die uiterst moeilijk door meting kan worden bepaald, omdat
geen passergaatje op de lijn aanwezig is, is door schatting vastgesteld
op 15 4.
Men kan nagaan hoe de invloed van de middelbare afwijkingen
m'i, m3, »i4, in6, m8, m0 en m10 zich manifesteert in de punten A t/m Z,
zoals die op fig. 7 zijn aangegeven. Daar (zie fig. 1)
y y
iV C-A
AB
en, dienovereenkomstig, 'f\A
AR a j j. a
'A ~A:B~ ~AB
AB a a
aBh t\B -J]7is de middel-