2 2 "'li' "'52 +j( 1 - -pg) »1pS \£q >»Qa f
i/ 6\ \2 b W T a a
1 7ü) m '"s«l L3 200 7^0 1 7Tg)™* ÏPQ
27
Voor de m.f. in de uitgepaste hoogte h van het trapezium uit fig. 17
vindt men op overeenkomstige wijze:
3200 ±(l-±) sin') (15)
De term tussen vierkante haken, die maximaal 1600 ft2 bedraagt, is
het correlatiebedrag als P en Q op eenzelfde meetlijn zijn gekaarteerd
en ook R en S toppen van loodlijnen zijn op eenzelfde basis. Ont
breekt correlatie in een der twee gevallen, dan vervalt uiteraard de
desbetreffende correlatieterm.
Voor de methode met passer en schaal moet men in formule (15)
voor 2»t72 2mu2 »52 5076 invullen, voor de uitpassing met
biseau 5899.
De formules (13) en (14) zijn in de praktijk op hun nauwkeurigheid
onderzocht. 12 proefpersonen de resultaten van nr. 3 moesten uiter
aard weer buiten beschouwing worden gelaten pasten de hoogten h
van de driehoeken uit die in de tabel fig. 19 zijn vermeld. Ook hier
moesten weer persoonlijke fouten worden ingevoerdzij konden
worden bepaald met behulp van de hoogten die uit coördinaten waren
berekend.
De middelbare toevallige fouten die resteerden zijn naast de
theoretische uit de formules (13) en (14) in microns vermeld. Corre-
Drieh.
PQT
Basis
PQ
Top
T
Passer-schaal
Biseau
mh
theor.
mh
prakt.
ynh
theor.
mh
prakt.
MTE
MT
E
102
130
117
94
CJS
CJ
•S
94
79
110
75
FWO
FW
0
102
7i
118
69
DUY
DU
Y
97
99
1 112
128
A VX
AV
X
96
106
in
7i
Som
491
485
568
437
Fig. 19.
latie zoals in deze formules tot uiting gebracht, trad niet op. Bij de
berekening van mh in driehoek AVX is buiten beschouwing gelaten
de correlatie die optreedt door de omstandigheid dat A en X op de
zelfde meetlijn zijn gekaarteerd. Zij maakt de theoretische m.f. in h
iets kleiner.
Ook (15) is op haar nauwkeurigheid getoetst. Dezelfde n proef
personen hebben nl. de hoogten van de trapeziums CSZY, ABVW,
LKHG en NYWO uitgepast resp. ter hoogte van het midden van CS,