31 A. J. LEENHOUTS Gewijzigde tekening van de transversaalschaal Literatuuroverzicht Cartograaf van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat, Delft Bij de gewone tekening van de transversaalschaal, zie fig. i, is de zwakke plek het convergeren van de lijnen tussen a en b. Telkens als men een afstand heeft uit te zetten waarvan het aantal meters een veelvoud van 10 is, of kleiner dan 10, en het aantal centimeters klei ner dan 20, ondervindt men moeite met het plaatsen van de passerpunt. Hier verslijt de schaal ook het eerst. Bij de tekening volgens fig. 2 is tussen c en d de schuine lijn weg gelaten; aan het eind van de schaal is één schuine lijn bijgevoegd en Fig- 1. Fig. 2. zijn om de schuine lijn van 5 meter een aantal punten aangebracht om het zoeken iets gemakkelijker te maken. Bij deze tekening worden alle afstanden even gemakkelijk en met dezelfde nauwkeurigheid uitgepast. Alleen worden enkele afstanden iets anders uitgezet. De afstand 10,15 wordt in fig. 1 en fig. 2 uitgepast zoals de pijltjes aangeven; hiervoor is de laatste schuine lijn in fig. 2 nodig. In de figuren is de schaal 1 1000 enigszins vergroot voorgesteldbij 12000 of 1500 kan het weggelaten stuk cd natuurlijk veel korter zijn als de afstand tussen schuine en horizontale lijn maar tenminste 0,25 mm blijft. Zeitschrift für Vermessungswesen. Juli 1951, blz. 210 e.v. W. Beck. Die Zeichen-, Schicht- und Drucktrager bei der Kartenher- stellung. Het artikel geeft een verslag van een experimenteel onderzoek van stoffen waarop getekend wordt, waarop lagen worden aangebracht

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 35