U rn 422 696
a1
/I
[f
U
I [bf]
[a«]AA' \ab]AY |a/]
[ab]AX bb A V [bf]
38
Het veelvuldig voorkomende geval der enkelvoudige puntsbepaling
voert evenwel tot slechts twee normaalvergelijkingen, en dit geringe
aantal lineaire vergelijkingen kan langs andere weg sneller worden
opgelost, zoals reeds blijkt uit een beschouwing van de formulieren
19 en 20 uit de HTW. Afdeling 2 van deze formulieren bevat de
coëfficiënten der gereduceerde normaalvergelijkingen, afdeling 3 geeft
het oplossingsschema, terwijl de berekening van de middelbare fouten
zich in afdeling 4 afspeelt.
Toch komt het mij voor, dat afdeling 3 niet via de kortste weg naar
het doel voert. Het doet al enigszins omslachtig aan, dat de helft van de
getallen uit afdeling 2 in afdeling 3 wordt overgeschreven.
Zou een schema gebaseerd op de regel van Cramer hier geen be
korting kunnen geven, omdat de benodigde determinanten regelrecht
uit afdeling 2 van de formulieren 19 en 20 zijn af te lezen?
Laat ons uitgaan van een getallenvoorbeeld, ontleend aan het be
nedendeel van een formulier 19.
Afdeling 2 bevat de volgende gegevens
b]
[a
655.7
263,7
- 32.7
[b
263,7
750,7
288,9
32,7
288,9
476,0
886,7
1303,3
732,2
Als toepassing van de regel van Cramer ontstaat nu
Oplossingsschema 1
faal \ab] 1
D AI
[ab] [bb]
DAY
af] [bf]
I faa] \ab
AX DAX D 0,23831
AY= DAY: D 0,46855
f 100 731
198 055
Contr.
[af]AX+ [bf]AY+ [ff] [w]
332,84. m2 166,42
p m2 D 0,0003937
M xx= P\bb] +0,2956 Mx= o.S1
MXY~ ~P\-ab\ —0,1038
YI yy— p\aa\ 0,258 1 MY= 0,54
Tn plaats van 24 getallen die in afdeling 3 van formulier 19 vereist
zijn voor de oplossing van AX en AL, heeft men hier slechts de 5
getallen in te vullen in de linkerhelft van het schema. Intussen mag