43
i, 2, n, blijken interessante getallenreeksen voor te komen. In het
tweede deel van zijn verhandeling gaat Jenne hier nader op in en
bespreekt o.a. vroegere onderzoekingen van Nörlund.
Zowel Friedrich als Jenne maken in hun beschouwingen een ruim
gebruik van kettingbreuken, daarbij een grote mate van voorkennis bij
de lezer veronderstellend. Waar bovendien Friedrich naar mijn smaak
in geen zijner publicaties een bepaald helder betoog pleegt te leveren,
is de lectuur van dit werk geen lichte opgave.
De besproken stof handelt over de techniek bij een vereffenings
probleem, niet over het probleem zelf. Dat gewichtskwesties op grond
van deze techniek beslist kunnen worden, geloof ik dan ook niet.
De weerlegging van critiek van Asplund op de vereffeningsmethode
van Eggert voor uitgestrekte driehoeksnetten door Jenne in hfst. B V
lijkt in dit verband niet afdoende. Men vergelijke Wolf in Veröff. d.
Inst. f. Erdmessung Nr. 10.
Dat intussen de werking van afrondingsfouten door de reken
methode van Friedrich geheel onschadelijk gemaakt is, lijkt onwaar
schijnlijk. Immers na de driehoeksvoorwaarden moet nog vereffend
worden op sinus-, basis- en Laplace-voorwaarden. En hierbij treden
vrijwel geen nul-elementen op in de te inverteren matrices. Vermoe
delijk zal de oplossing dan ook gezocht moeten worden niet in de eli
minatie, maar in de gelijkmatige verdeling over alle vereffende waar
nemingen van de afrondingsfouten. Dit terrein blijft open voor onder
zoek.
De publicatie sluit met een correctie op een publicatie van Von
Gruber over aansluiting van afzonderlijk vereffende partiële netten tot
één geheel van de hand van Friedrich; Jenne schreef een voorwoord.
W. Baarda
Dr. R. König und Dr. K. H. Weise: Mathematische Grundlagen
der höheren Geodasie und Kartographie. Erster Band Das Erd-
spharoid und seine konformen Abbildungen. Mit 109 zum Teil farbi-
gen Abbildungen. XVIII 522 blz., 25 X 17 cm. Springer-Verlag,
Berlin, 1951. Prijs DM 46.in linnen band DM 49.60.
Wij citeren uit het voorwoord:
Wir hoffen mit unserem Werk Mathematik und Geodasie, die
in dem Schöpfer der höheren Geodasie, C. F. Gauss, völlig vereint
waren, wieder naher zusammenzuführen, dem Mathematiker zu einem
grossen Anwendungsgebiet einen neuen Zugang zu erschliessen und
dem Geodaten nicht nur ein Lehrbuch zu liefern, welches ihm einen
klaren und neuen mathematischen Durchblick sowie neue und weiter-
reichende Methoden verschafft, sondern auch wegen seiner Vielseitig-
keit in der Darstellung und der Entwicklung bequemer maschineller
Rechenmöglichkeiten ein nützliches Handbuch ist...
Seit je hat die Menschheit die F"rage nach der Erdgestalt beschaf-
tigt; zie zu lösen, ist nur durch die friedliche Zusammenarbeit aller
Kulturvölker möglich. Moge das Buch in diesem Sinne wirken und in
die Welt hinausgehen