49 ding onderging, had Tichelaar verzocht overgeplaatst te worden naar het in Utrecht te vestigen ruilverkavelingsbureau en op i Augustus 1940 ving hij zijn werkzaamheden bij deze jonge tak van dienst met enthousiasme en toewijding aan. Op 1 Mei 1951 werd Tichelaar be noemd tot hoofd van het ruilverkavelingsbureau te Utrecht. Slechts korte tijd werd hem gelaten om in deze nieuwe functie zijn taak te vervullen. Huiswaartskerend van het terrein zijner werkzaamheden te Bunschoten, met een door hem zelf bestuurde auto, trof hem op 13 December 1951 een noodlottig ongeval. Aan gevolgen hiervan is Tichelaar op 17 December overleden. Diep is de droefheid bij allen die met hem in aanraking kwamen. En velen kwa men met hem in contact, want onuitputte lijk was zijn activiteit en zijn werkkracht. Zijn activiteit, besluitvaardigheid en hulpvaardigheid waren wel de meest tref fende eigenschappen en deze hebben Tichelaar doen zijn een ambtenaar die aanvankelijk bij de landmeetkundige dienst en later bij de ruilverkavelings- dienst van het kadaster door allen zeer werd gewaardeerd. Aan de totstandkoming van de ruil verkaveling „Beoosten de Eem", 5000 ha, zal steeds zijn naam verbonden blijven. In nauwe samenwerking met de overige autoriteiten wist Tichelaar, ondanks vaak grote moeilijkheden, dit omvangrijke werk tot een goed einde te brengen. Oprecht gemeend was de waardering die, onder anderen door de Voor zitter der Plaatselijke commissie, ter gelegenheid van zijn 25-jarig ambtsjubileum hierover werd geuit. Zijn gaven van hoofd en hart deden hem ook op ander terrein een gewaardeerd medewerker zijn. Van origine een Fries, die een warme belangstelling had voor de Friese cultuur en taal, heeft hij zich als inwoner van Utrecht een waardig burger van de Domstad getoond. Tichelaar was lid van de Doopsgezinde Kerk en al spoedig werd hij hier tot een bestuursfunctie geroepen. Gedurende lange jaren be kleedde hij een commandeursfunctie bij de Utrechtse brandweer. Zijn moed en doortastendheid brachten hem in de oorlogsjaren in de ille gale kringen en als plaatsvervangend Gewestelijk Commandant ver vulde hij ook daar een rol van betekenis. Aanvankelijk als lid van de Vrijzinnig-Democratische Bond, na de bevrijding als lid van de Partij van de Arbeid, ontplooide Tichelaar ook op politiek terrein zijn gaven. Hij maakte deel uit van de Utrechtse gemeenteraad en was secretaris van zijn raadsfractie. Groot was ook zijn belangstelling voor de Triangulatiedienst, waar aan hij laatstelijk als reserve-kapitein werkzaam was. In de maanden na de bevrijding maakte Tichelaar deel uit van de zuiveringscommissie in

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 53