69 den. De /-lijnen van 1 10 km tot oo vallen praktisch samen; boven xo km kan men dus steeds van dezelfde /-lijn gebruik maken. 4. Verschillende bijzondere gevallen. De opzet van de vorige paragraaf is speciaal bedoeld voor excentri sche metingen bij achterwaarts bepaalde driehoekspuntende nauwkeu righeid van de metingen is gericht op het H.T.W.-gebied waarin deze punten gelegen zijn. In deze paragraaf zullen enkele afwijkende gevallen bezien worden. Allereerst zal men in vele gevallen de centreringselementen met een grotere nauwkeurigheid meten dan met het gebied II of III overeen komt, teneinde meer speling in de toegestane ligging van de excentrische standplaats te krijgen. Het nomogram is dan ook bruikbaar, als men zorgt dat steeds blijft gelden I(0 (/hm met d als puntnauwkeurigheid van het gebied I, resp. II. Verder is tot nu toe steeds aangenomen, dat de excentrisch gemeten richtingen overgebracht worden naar het centrum C. In vele gevallen berekent men eerst coördinaten van S' en hiermee rechtstreeks de argu menten van de gemeten richtingen. Ook hier zou ik het nomogram willen gebruiken, hoewel de berekening van de coördinaten van S afhangt van de wijze van berekening van het argument van CS. Meet men alle richtingen in S, dan worden van S de definitieve coördinaten uit de vereffening gevonden; men beschouwt hier C als een excentrische verzekering. Toepassing van het nomogram is onjuist, omdat het hier betreft de berekening van de nauwkeurigheid van een punt bepaald uit richting en afstand. Belangrijk is nog het geval van excentrische meting van een voor waartse richting. Stel dat in Si gemeten is de voorwaartse richting Ri naar het te bepalen punt P met de oriënteringsrichtingen r^, p, 1 met ti als het aantal oriënteringsrichtingen in Si\ i= met m als het aantal voorwaartse richtingen naar P (figuur 7). Het argument iji,- van de richting Si P wordt dan berekend uit 41' Ri J (re &fi)](2) li P= 1 waaruit volgt: Q^( Qr% J.\Q (>y Sp)] J_ (ö^l (3) Voeren we (3, 19)in (3,2) in, echter zonder factor en 1) afkorting voor: 3, vergelijking (19).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 19