73 door Prof. Dr. T. S. Jansma te Amsterdam een uitgebreid onderzoek was ingesteld, waarvan de resultaten in een uitvoerige nota aan de Rechtbank werden overgelegd. Bovendien werd Prof. Jansma ter rechtzitting op 20 November 1951 als deskundige gehoord, terwijl schrijver dezes door de officier van justitie eveneens als deskundige was opgeroepen. Zo ontwikkelde deze ogenschijnlijk vrij onbelangrijke strafzaak zich tot een belangwekkende strijd over de ligging van een gemeentegrens, die naar ik hoop de belangstelling van de lezers zal hebben. Het oudste kadastrale stuk dat op deze gemeentegrens betrekking heeft, is het door mij reeds voor het Kantongerecht geciteerde Proces verbaal van Grensbepaling van het grondgebied der gemeente Vriezen- veen" van 12 November 1816 (hierna aan te halen als Proces-verbaal 1816). Hierin staat in artikel 1: „Grensscheiding ten aanzien der ge meente van Hardenberg: Beginnende enz. tot op de zogenaamde laatste of Westelijke steen, vandaar zoals overeenkomstig eene Con ventie tusschen Heren Gecomitteerden van Ridderschap en Steden toenmalige Staten van Overijssel ter eenre en de Grave van Rechteren Almelo ter andere zijde, in de jare 1770 en 1771 is bepaald, dat de territoriale scheiding der beide gemeentens zich Oostwaarts zal uit strekken en zo door gegraven grippels als steenen palen afgescheiden worden en wel tot aan het zoogenaamde kruisboomtje, zoals dan ook hebben ondervonden dat de scheidlinie loopt in voegen als volgt. Van de laatste steen voormeld met een inspringende hoek Oost ten Zuiden tot de paal genaamd de 10de paal, vervolgens enz. tot de paal nr. 3 en daarna Noordoost tot de 2de paal en eindlijk zuidoostwaarts tot de iste paal genaamd het kruisboomptje bij de Kruiskuile en alwaar de gemeente Ulzen in het Graafschap Bentheim begint." Om dit laatste deel der grens, gelegen tussen de palen nrs. 2 en 1 gaat het in deze rechtzaak. Bij het Proces-verbaal behoren als bijlagen „het Aanwijzend Tableau van de lengte der lijnen, de grootte der hoeken en de richtingen, welke den waren omtrek der gemeente uitmaken" en de zogenaamde „Opper vlakkige Schetsen der grenslijnen"waarop de ligging der grens schetsmatig is aangegeven. Uit deze bijlagen en ook uit de kadastrale minuutplans van beide gemeenten blijkt duidelijk, dat de grens tussen de palen nrs. 2 en 1 niet een rechte lijn is, maar een gebroken lijn. In het Aanwijzend Tableau staat vermeld: „1900 ellen Zuidoost en daarna uitspringend onder een hoek van 150° 275 ellen Oost ten Noorden tot den paal nr. 1". Ik merk hierbij terloops op, dat Prof. Jansma in zijn nota zegt: „het Aanwijzend Tableau spreekt van „ellen" en niet van „meters" Mijnerzijds werd hiertegenover aangevoerd, dat na de invoering van het metrieke stelsel in ons land aanvankelijk de naam „Nederlandsche el" werd gebruikt voor meter. Het Proces-verbaal van de gemeente Ambt-Hardenberg van het jaar 1824 is volkomen in overeenstemming met dat van 1816; er wordt trouwens hierin verwezen naar dit oudere document. Het Aanwijzend

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 23