75
Tableau van Ambt-Hardenberg is uitvoeriger en duidelijker ten aan
zien van de ligging der gemeentegrens langs de Groene Dijk, want het
vermeldt nadrukkelijk, dat de grens loopt langs de Zuidelijke kant van
de Groene Dijk. Hieruit volgt reeds dat deze weg in de gemeente Ambt-
Hardenberg is gelegen, zoals ook op het minuutplan dezer gemeente
duidelijk is aangegeven. Op het minuutplan van Vriezenveen komt
deze weg niet voor.
Men zou nu geneigd zijn te denkende zaak is volkomen helder en
er is geen speld tussen te krijgenMaar uit het vervolg van dit ver
haal zal blijken, dat dit geenszins het geval is en dat een eenvoudige
zaak verschrikkelijk ingewikkeld gemaakt kan worden.
Voor het Kantongerecht had ik verklaard, dat de in het Proces
verbaal 1816 genoemde iste paal identiek is met de tegenwoordige
Rijksgrenssteen nr. 99. Prof Jansma zegt„Dat kan niet, want Rijks
grenssteen nr. 99 is pas geplaatst ingevolge het grenstractaat van
Meppen van 2 Juli 1824, gesloten tussen de Koninkrijken der Neder
landen en Hannover en was er dus in 1816 nog niet". Dit lijkt een
heel sterk argument, maar ik meen te hebben kunnen aantonen, dat dit
argument geen steek houdt, zoals hierna zal blijken.
Prof. Jansma zegt in zijn nota: „Richtinggevend voor de grens
bepaling van de gemeente Vriezenveen ten opzichte van de gemeente
Ambt-Hardenberg moet zijn het Proces-verbaal 1816, terwijl boven
dien ter vergelijking het Proces-verbaal 1824 van de gemeente Ambt-
Hardenberg kan worden aangehaald. Voor het deel der begrenzing, dat
ons hier moet bezighouden, komt in aanmerking de 2e alinea van art. I
van het Proces-verbaal 1816, luidende enz. (zie boven)". Prof. Jansma
citeert echter dit document onvolledig, want hij vermeldt niet de zin
snede „en zo door gegraven grippels als steenen palen afgescheiden",
en deze zinsnede is van het grootste belang, zoals nader zal blijken.
In de nota van de hoogleraar lezen we vervolgens„Het merkwaar
dige geval doet zich nu voor in het grensverloop, dat, terwijl alle
genoemde grenspalen nrs. 10 t/m 2 onderling door rechte lijnen als
grensscheidingen zijn verbonden, het gepretendeerde grensverloop
tussen de palen nrs. 2 en 1 wordt gevormd door een gebroken lijn,,'
terwijl het hoekpunt (tussen deze twee grensstukken) niet, als overal
elders, door een grenspaal is gemarkeerd. Het is duidelijk, dat het
Proces-verbaal 1816 daartoe ook de mogelijkheid niet liet, omdat daar
moet zijn uitgegaan van een rechte lijn in Zuidoostelijke richting, welke
de palen nrs. 2 en 1 zou verbinden."
Hiertegenover heb ik opgemerkt, dat niet alle genoemde grenspalen
onderling1 door rechte lijnen als grensscheidingen zijn verbonden. Met
name is dit niet het geval tussen de palen nrs. 3 en 2, want hier is de
gemeentegrens eveneens een gebroken lijn, in het terrein aangegeven
door een „gegraven greppel" die nog aanwezig is, zoals dit op tal van
plaatsen het geval is. Dezerzijds werd aan de Rechtbank aangeboden,
deze „gegraven greppels", die de gemeentegrens in het terrein aan
duiden tussen veelal ver van elkaar verwijderde grensstenen, aan te
wijzen, doch hierop is niet ingegaan.