Ir. C. KOEMAN
Landmeters in dienst van de V.O.C in de
Kaapkolonie
93
Wetenschappelijk ambtenaar van de Technische Hogeschool te Delft:
De kennis van de geschiedenis der kartografie van een natie, ge
biedsdeel of landstreek is sterk onderhevig aan devaluatieverschijn
selen. De onoverzichtelijkheid van dit vak en de afhankelijkheid van
het vinden van geschreven bronnen der algemene geschiedenis stem
pelen deze kennis tot een onzeker bezit. Tegengestelde opvattingen
waar geschreven gegevens ontbreken en „nieuwe" vondsten die be
staande theorieën omverwerpen, komen in het milieu van de beoefena
ren der historische kartografie nogal eens voor. Het heeft daarom ook
volstrekt geen zin om in dit verband de schrijvers van de opstellen over
oude Zuid-Afrikaanse kaarten van onvolledigheid of dwaling te be
tichten, omdat zij geen kennis hadden van feiten die schrijver dezes
aan nieuw-ontdekt materiaal kon ontlenen. Het is geenszins uitgesloten,
dat de mededelingen in dit artikel binnen afzienbare tijd op hun beurt
als onvolledig (en misschien wel als onjuist) aangemerkt zullen worden.
De algemene aandacht die intussen reeds aan het onderwerp van
dit artikel, de publicatie van een voorheen onbekende verzameling
manuscriptkaarten van de Kaapkolonie, geschonken werd, moet het
mededelen van bijzonderheden omtrent de kaartenmakers rechtvaar
digen. De aan het slot van dit artikel genoemde publicaties zijn van een
te algemene aard om bijzondere aandacht aan de landmeters in de dienst
van de Verenigde Oostindische Compagnie te kunnen schenken. Daar
om is dat aspect er uitgelicht om in dit tijdschrift onder de aandacht
van hun vakgenoten uit een later tijdperk gebracht te worden. De
parallellen in de aanleiding tot en de uitvoering van beider arbeid zullen,
zonder geaccentueerd te worden, dé lezers van dit artikel zeker opvallen.
Voor een goed begrip van het volgende moet hier even het feit ge
releveerd worden, dat het in 1652 door Jan van Riebeeck aan de
Tafelbaai gevestigde verversingsstation voor de V.O.C. na 100 jaar
uitgegroeid was tot een kleine stad met fortificatiën en dat in de loop
dier jaren aan steeds meer dienaren van de V.O.C. was toegestaan
zich als zelfstandig landbouwer, ambachtsman of anderszins in het
door de Compagnie beheerde gebied te vestigen. Aldus was een door
blanken bevolkte kolonie ontstaan, de Kaapkolonie, waarin men om
streeks 1750 de blanke veehouders reeds op meer dan 300 km van
de Kaap de Goede Hoop aantrof. Voornamelijk langs de Zuidkust,
maar ook langs de kust der Atlantische Oceaan, in de Districten ge
naamd de Kaap, Stellenbosch en Swellendam.
Met het jaar 1752 zullen wij de geschiedenis van de verdere ont
sluiting van het binnenland van Zuid-Afrika laten aanvangen. Vanaf
dat tijdstip zijn er nl. gegevens beschikbaar over de rol die de land
meters in dienst der V.O.C. in deze geografische exploratie hebben