120
Fig. 7. Celtic fields op het Zeyerveld (Dr.). Naar een tekening van het Arch.-biol. Inst.
te Groningen.
Celtic Fields. Old parceling of the prehistoric population in the province of Drente.
The old cart tracks, which can be seen, are somewhat younger.
klei, zullen op de zandgronden de celticfields zijn ontstaan. Onzes inziens
bestaat er tussen beide, sociaal-historisch gezien, geen verschil van beteke
nis. De celticfields zijn ontstaan onder dezelfde algemeen maatschappelijke
en agrarische verhoudingen als hiervoor in verband met het ontstaan van de
primitieve blokverkaveling werd geschetst (zie fig. 7).
Dat de celticfields soms een regelmatiger indruk maken dan de eigenlijke
blokverkaveling, zal gedeeltelijk zijn terug te voeren op natuurlijke oorzaken.
De vaak kromme en grillige begrenzingen van de blokken op de klei ont
stonden, doordat men gebruik maakte van natuurlijke laagten en watertjes:
op het zand kon men volgens betrekkelijk rechte lijnen werken: als begren
zing wierp men walletjes op. Daarnaast bestaan uit dezelfde tijd de z.g.
longstrips, evenals de celticfields fossiele praehistorische bouwlanden, die na
een bepaalde periode zijn verlaten, dit in tegenstelling tot de geblokte ver
kaveling op de klei. Onze aandacht werd op een stel longstrips te Meulun-
teren gevestigd door de heer von Frijtag Drabbe, directeur van de Topo
grafische Dienst (fig. 8). Ze zijn op de luchtfoto herkenbaar door even
wijdig lopende aarden walletjes, die in het terrein duidelijk bewaard zijn
gebleven. De afstand tussen twee walletjes bedraagt ongeveer 40 a 50 m,
terwijl de lengte enkele honderden meters kan belopen, waartussen soms
dwarsverbindingen bestaan, waardoor ze sterk lijken op de celticfields, die
een oppervlakte van ongeveer 40 bij 40 m hebben.
De z.g. longstrips liggen op de helling: de walletjes volgen nauwkeurig
de hoogtelijnen en maken de indruk van een soort terrassering. De celtic
fields daarentegen liggen lager in bijna vlak terrein.
Hoewel de reconstructies van de celticfields ook bij Curwen (1927) en
Hatt (1949) soms een vrij regelmatige indruk maken, is een werkelijk syste-