121 matische aanleg er toch nauwelijks in te ontdekken. Vaak zijn ze langwer pig en dan zal de oorzaak in het relief gezocht moeten worden, zoals duide lijk blijkt uit de luchtfoto's (fig. 8 en Curwen, 1927, platen II, IV en V). Soms zal ook deling er toe bijgedragen hebben. Ze onderscheiden zich ech ter steeds duidelijk van de echte strokenverkaveling, die, of men nu te maken heeft met opstrekkende heerden of met een essen- en slagenlandschap, de indruk maakt van een georganiseerde ontginning en een systematische verdeling. De kampontginningen zijn tenslotte eveneens bij de blokverkaveling onder te brengen. Zowel in de Achterhoek en Twente als in Noordbrabant vormen ze een karakteristiek bestanddeel van het landschap. De aard van het ontstaan kan verschillend zijn al naar gelang we met ontginningen op markegrond dan wel op heerlijke grond te maken hebben; het individuele karakter hebben ze alle gemeen. In Drente, waar de marken een hechte gemeenschap vormden, was het oudtijds moeilijk individueel te ontginnen. Toch vormen kampen ook hier geen uitzondering, zoals uit het door Slicher van Bath (1944, II) verzamelde namenmateriaal blijkt. Het zullen veelal vreemdelingen zijn geweest, die toestemming tot vestiging kregen van de markgenoten dan wel clandestien hun gang gingen. Grote vormen nemen de kampontginningen aan in het oosten van Over ijssel en Gelderland (fig. 9), ook al omdat hier het hofstelsel zich sterk heeft ontwikkeld, een systeem, dat met zijn verspreide hoven en hofhorige boer derijen zelf tot kampachtige ontginningen aanleiding gaf (Keuning, 1936) en in ieder geval een meer individualistisch karakter droeg. Daarnaast leidde de natuurlijke gesteldheid met zijn snelle afwisseling van bodemvormen van zelf eerder tot een particuliere ontginning dan tot aanleg van esachtige complexen. In Noordbrabant, waar de feodale macht ver boven die der markgenoten uitging, was het voor particulieren niet moeilijk om, tegen betaling, van de heer kleine stukjes ter ontginning te verkrijgen. Deze versnipperde kamp ontginningen gaan tot in moderne tijd nog steeds door (Blink, 1904) en gaven aan het Noordbrabantse zandgebied een typisch aspect van een kamplandschap, hoewel het oorspronkelijke nederzettingstype dat der hier na te bespreken esdorpen zeer na komt. Samenvattend kan dus worden gezegd, dat het blok het product is van een spontane verkaveling, d.w.z. van een verkaveling die ontstaat, wanneer men bepaalde terreinen zonder bewuste opzet gaat verdelen, omdat men het land nu eenmaal niet in énen kan gebruiken. De oude primitieve blokverkaveling is vermoedelijk ontstaan, doordat in een op genealogische grondslag georganiseerde maatschappij ieder lid van een bepaalde familie van het terrein, dat de familie ter beschikking stond, één of meer stukken nam die hem geschikt leken, die ontgon en door die ont ginning nu voortaan een zeker bezitsrecht op de grond kreeg. Geleidelijk ontstond hierdoor een aaneenschakeling van onregelmatige percelen, de „Blockflur". Op de hoge kleigronden langs de kust werd èn doordat de grond van goede kwaliteit was èn doordat hier door inbraken van de zee de grond al spoedig schaars werd, het bezitsrecht op de in gebruik genomen grond permanent en bleven de primitieve blokken als normale verkaveling bestaan. Waarschijnlijk heeft dit systeem van verkavelen zich voornamelijk

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 29