134
brek daaraan, zoals b.v. in Innersdijk, ging men uit van een dijk of kade.
In Holland zal het uitgangspunt soms een oeverwal zijn geweest, zoals b.v.
blijkt uit de door Gosses beschreven aanvang der ontginningen in Moor
drecht langs de Gouwe. Waar die ontbrak, doordat men verder in het bin
nenland kwam, zal men zich vaak hebben gevestigd naast de nieuw gegraven
wetering op de uitgegraven grond. In dergelijke vestigingen vormde het
water de enige verkeersweg; eigenlijke wegen ontbraken, men kende slechts
smalle voetpaadjes. Voorbeelden hiervan geeft ons b.v. Heeringa (1929)
voor Oukoop en Nedereind in het Nedersticht.
Korevaar (1948) zegt over de nederzettingen in de Alblasserwaard, dat
niet de ligging aan een kade, doch de ligging aan de vaarten belangrijk was,
met het oog op het verkeer. Wat bewoningswijze betreft, vormden zich aldus
streek-, straat- of dijkdorpen.
Overigens behoeft de plaats der behuizing niet steeds constant te zijn
geweest. Het is bekend dat de boerderijtjes, die tot de 16e a 17e eeuw voor
namelijk uit hout bestonden, gemakkelijk verplaatsbaar waren. Van de
Drentse veenontginningen weten we, dat de huisjes veelal verplaatst werden
naarmate de ontginning naar achteren voortschreed. Zo behoeft het feit, dat
de huizen op het achtereinde van een perceel zijn gelegen, er niet nood
zakelijk op te wijzen, dat de ontginning van daaruit is aangepakt. Evenwel
bestaat soms de mogelijkheid, dat de waterstaatkundige verhoudingen door
voortgaande ontginning zich hebben gewijzigd en dat wat ons nu de achter
zijde van het perceel lijkt, oorspronkelijk de voorzijde was. Zeker is, dat tal
van streekdorpen in de loop van de geschiedenis één of meermalen in de
lengterichting van de kavel verschoven zijn.
Het is uit voorbeelden uit Groningen en Drente bekend, dat niet alle ont-
ginners in hetzelfde tempo de achtergrens van de hun toekomende kavel
hebben bereikt. Een mooi voorbeeld toont ons de stafkaart in de omgeving
veen en *heide
Fig. 14. Schets van ongelijke lengte der opstrekkende
heerden bij Wijmeer naar Hofstee.
Sketch of strip-farms of unequal extent near
Wymeer according to Hofstee.