147 dienstbaar maken van zijn werk aan de maatschappij voortzetten, een traditie ontstaan door eeuwenlange werkzaamheden van de landmeter. Vanouds placht men onderscheid te maken tussen de landmeter en de geodeet. Dit onderscheid werd bepaald door de aard der werkzaam heden. Was de landmeter meer praktisch ingesteld en werkte hij binnen gebieden van enkele tientallen kilometers, de geodeet verdiepte zich gaarne in meer theoretische onderwerpen of had als werkgebied landen of werelddelen. De theoretische bespiegelingen betroffen de vorm bepaling van de aarde, waarvoor een praktische en afdoende oplossing door politieke omstandigheden en de betrekkelijke onmacht van weten schap en techniek voorlopig nog onbereikbaar leek. De ontwikkeling van de techniek in en na de laatste wereldoorlog verstoorde echter ruw de gemoedsrust van deze geodeten. Door de overheersing van geheel West-Europa door een nauw samenwerkende combinatie van machten vervielen tijdelijk politieke belemmeringen. De weg was vrij voor een al dan niet afgedwongen uitlevering van lande lijke triangulatie-gegevens en daarmee voor een vereffening van een aaneengesloten net van driehoekskettingen over grote gebieden op aarde. Militaire noodzaak liet geen tijd voor groots opgezette weten schappelijke voorstudiesde geodeet had zich aan te passen aan de dwingende eisen van de praktijk van dit ogenblik. Binnen enkele jaren ontstond zo een systeem van samenhangende coördinaten van punten over West-, Midden-, Noord- en Zuid-Europa en Noord-Afrika. En binnen nu afzienbare tijd kan men uitbreiding van dit systeem ver wachten over de rest van Afrika, het midden en het verre Oosten tot \|ellicht Australië toe. In Noord- en Zuid-Amerika vorderen de werkzaamheden snel; research-instituten zijn in de Verenigde Staten opgericht om ook de aaneensluiting van door oceanen gescheiden gebieden mogelijk te maken, kortom binnen afzienbare tijd zal beschik baar zijn een grondslag voldoende voor militaire operaties, tevens bruikbaar voor het eveneens binnen afzienbare tijd realiseerbaar ge dachte interplanetaire verkeer. Zeker is, dat vele toekomstige geo- detisch-ingenieurs te maken zullen krijgen met werkzaamheden op dit meer geodetische terrein, zodat inderdaad de nieuwe titel niet slecht gekozen lijkt. Zo is dan eigenlijk het oude verschil tussen landmeter en geodeet verdwenen, beiden zijn practici geworden, beiden moeten werken voor het heil ener slechts vaag te definiëren maatschappij. De eerste dan in het gebied van meningsverschillen tussen mensen, de laatste in het gebied van meningsverschillen tussen staten, groepen van staten en straks wellicht planetenbeiden zullen, naar wij hopen, deze kwesties zonder tussenkomst van rechter of macht kunnen helpen oplossen. En tevens zien wij onszelf als groep meegesleurd door de ontwikke ling van de wetenschap en de moderne techniek en onze verantwoor delijkheid is niet minder dan die van atoomgeleerden. Maar laat dit proces van meesleuren door de ontwikkeling der samen leving in de tijd zijn als het functionele verband tussen middelwaarden van frequentieverdelingen met als waarnemingen de individuele wer-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 63