150
eisen zullen zijn die de maatschappij in een meer of minder verre
toekomst zal stellen aan de resultaten van zijn metingen? En dan nog,
onveranderlijke coördinaten onderstellen onveranderlijke ligging van
de hiermee corresponderende punten in het terrein. De ervaring heeft
echter uitgewezen, dat geen terreinpunt in de tijd als onveranderlijk in
ligging mag worden beschouwd; verschuivingen van 10 tot 30 cm zijn
geen uitzondering, zelfs niet voor de punten van de hoofdgrondslag.
Als men bedenkt, dat volgens de beschreven wijze van werken van
tienduizenden punten coördinaten verkregen zijn, dan ziet men wel in,
dat het economisch zelden verantwoord zal zijn een geheel nieuwe
coördinatenbepaling uit te voeren. Meestal zal getracht worden par
tieel een verbetering te bereiken door over een betrekkelijk klein ge
bied de verdichting opnieuw uit te voeren, dan wel de punten op storing
te controleren. In wezen ontstaan zo echter een aantal coördinaten
systemen naast en over elkaar en het vereist een grote mate van in
zicht bij de uitvoerende landmeter, wil geen onontwarbare kluwen van
oude en nieuwe gegevens ontstaan.
Waar de geodeet vaak tientallen jaren oude gegevens moet inter
preteren in zijn huidige coördinatensysteem, is het van belang, dat in
de methode van werken voldoende continuïteit wordt betracht. Slechts
dan kan men door onderlinge vergelijking van gegevens tot een zo
juist mogelijke interpretatie komen; nieuwe methoden der geodetische
techniek moeten dus geleidelijk en na deugdelijke beproeving inge
voerd worden, wil deze vergelijking van de resultaten van metingen
volgens oude en nieuwe methoden mogelijk zijn. Doordat echter de
maatschappij heden ten dage zoveel meer vraagt van de geodeet is
toepassing van de modernste methoden onvermijdelijk, wil men ten
minste niet volkomen achterop raken.
De geodeet zal dus altijd te maken hebben met verleden, heden en
toekomst. Vele van zijn gegevens, als coördinaten, zijn in een soms
jong maar veelal oud verleden bepaald; de doelstelling van zijn werk
wordt gericht op een min of meer geïdealiseerde toekomstige vorm van
de maatschappij en zijn begroting wordt gelimiteerd door de huidige
financiële mogelijkheden. Traditie, continuïteit, doelstelling, techniek
en economie, dit zijn factoren waarmee de geodeet rekening moet hou
den. Het is een kwestie van afwegen van eisen en mogelijkheden.
Inzicht van de geodeet in dit proces van afwegen bepaalt de kwaliteit
van zijn werk voor heden en toekomst eerder dan kennis van de geo
detische techniek alleen. Het is hier waar de uitvoerende geodeet in
slechts door zijn verantwoordelijkheid t.o.v. de maatschappij begrensde
vrijheid zijn beslissing moet nemen, hoogstens geruggesteund door
enkele richtlijnen van de dienst waarvoor hij werkt.
In de statistiek is bekend, dat uit vele onder zeer verschillende om
standigheden verrichte waarnemingen betere resultaten omtrent voor
spelling van toekomstige gebeurtenissen worden verkregen, dan uit
enkele met grote zorg onder dezelfde omstandigheden verrichte waar
nemingen. Wellicht dat voor de bovengenoemde individuele beslissin
gen van de geodeten naar analogie geldt, dat door de veelheid en ver-