159 Ik hoop U uit dit alles te hebben kunnen aantonen hoeveel vrijheid de individuele geodeet gelaten is en moet worden ondanks of dank zij de moderne techniek. Dit geeft mij reden te geloven dat de heden ten dage zo vaak ge hoorde bewering, dat de mens slaaf van de techniek is of zal worden, niet al te letterlijk moet worden opgevat. Geachte Toehoorders, Aan het einde van deze voordracht gekomen, wil ik in de eerste plaats uiting geven aan mijn gevoelens van eerbiedige dank jegens Hare Majesteit de Koningin voor het feit dat zij mij wel heeft willen benoe men tot hoogleraar aan de Technische Hogeschool. Mijne Heren Curatoren van de Technische Hogeschool, Ten zeerste ben ik U erkentelijk, dat U mij hebt willen voordragen voor dit ambt en Uw medewerking tot mijn benoeming hebt verleend. Ik hoop het in mij gestelde vertrouwen niet te beschamen. Mijne Heren Hoogleraren van deze Hogeschool, In de jaren, dat ik als docent aan de Technische Hogeschool werk zaam was, mocht ik reeds met velen van U in contact treden, waarbij U mij Uw zozeer gewaardeerde steun niet onthield. Ik acht het een groot voorrecht nu in Uw kring opgenomen te mogen worden. In het bijzonder wil ik U hoogleraren van de Afdeling der Weg en Waterbouwkunde dank zeggen voor de welwillende wijze waarop U mij steeds bent tegemoet gekomen. Hooggeleerde Vening Meinesz, Hooggeleerde Schermerhorn, Dat mijn nieuwe functie de mogelijkheid biedt van nauwer contact met U, beiden mijn vroegere leermeesters, stel ik zeer op prijs. Niet alleen, dat ik hierdoor kan leren van Uw inzichten op wetenschappelijk en organisatorisch terrein, maar ook dat op deze wijze een beter ver band gelegd kan worden tussen verleden en heden, voorbereiding en opzet van een opleiding en de ontwikkeling hiervan. Een twintigtal jaren toch heeft U mogen samenwerken met Tienstra en mede daar door de ontwikkeling van zijn ideeën van nabij kunnen volgen. Zelf heb ik slechts korte tijd naast deze, als geleerde en als mens, bijkans onvervangbare figuur mogen werken, te kort om zijn gedachtengang geheel te kunnen doorgronden. Mochten hierdoor moeilijkheden ont staan, mag ik U dan vragen mij te willen helpen bij het interpreteren en verder toegankelijk maken van het werk van deze grote geodeet. Hooggeleerde Roelofs, Dat ik naast U aan de nieuwe opleiding voor geodetisch-ingenieur mag medewerken, beschouw ik als een eer. Uw kennis en werkkracht

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 75