178 Verkeert men in het, wel zelden voorkomende, geval de schatting van (5) of (13) te kunnen verscherpen, dan geven de algemene for mules (3) en (10) de mogelijkheid van controle op resultaten, ver kregen met de nomogrammen. 6. Schatting van de invloed van een vereenvoudiging van deze methode; foutentheorie van een bijzonder geval. Evenals in 4 de van 3 afwijkende gevallen beschouwd werden, zullen in deze paragraaf afwijkingen van de onderstellingen (5, 15) onderzocht worden. Eigenlijk zijn deze onderstellingen nog niet eens volledig. Immers bij de gebruikelijke vereffeningsmethode van een Snelliuspunt onderstelt men nog, dat de gemeten richtingen en de ge bruikte coördinaten van de richtpunten correlatievrij zijn; dit laatste zelfs als in verschillende series dezelfde richtpunten voorkomen. Zo lang de praktijk geen behoefte aan een theoretisch nauwkeuriger •methode heeft, heeft het ook geen zin het gebruiken van dezelfde richt punten in de richtingenseries in P en in H te verbieden, of de invloed er van te berekenen, terwijl het feit, dat de richting r a in P naar R gecorrelateerd is met de coördinaten van R, eveneens in de praktijk wel steeds zal worden genegeerd. De reden van deze toch vrij ernstige verwaarlozingen is, dat omtrent de middelbare fouten en correlatie termen van de coördinaten der gegeven punten eigenlijk maar heel weinig bekend is, zodat het theoretisch verbeteren van de vereffenings methode in de praktijk veelal geen werkelijke verbetering zal betekenen. De enige belangrijke afwijking van (5, 15) zal wel zijn de praktische eis, dat de aparte meting van de hoek y vervalt, zodat de coördinaten van H en y uit dezelfde richtingenserie worden afgeleid. Teneinde de invloed hiervan te onderzoeken, beginnen we te onder stellen, dat H een cirkelvormige foutenellips heeft met Qxhxh QyhYh phh terwijl mXl/= mY}? mH2 g 2 d2 is. De correctievergelijkingen van een Snelliuspunt zijn A X \gi a! Qxx \gi bJfJ) Qxy A F \gi a> Qxy [gi b;'f/\ Qyy at en bt de bekende richtingscoëfficienten. Ofwel met het veronder stelde voor H bij benadering (zie ook appendix III) A \üifi\ phh A H I\Pifi\ phh Hieruit volgt (zie fig. 14) als de coördinaten van H mede berekend zijn uit r1 en QxH al PHH Qrl a2 PHH Gr2 @Yh phh ön b2 phh Qri Nu is y r2 r1 n of Qy Qr2 Qrl

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 12