181 dus het verschil tussen berekening van a uit tangens- of sinusregel vervalt. Formule (i) heeft betrekking op dit geval, maar de berekening is slechts een schatting van de hierdoor in rekening te brengen corre- latietermen. Juist dit geval leent zich ook tot een foutentheoretische beschouwing, waarbij men langs een geheel andere weg tot een middelbare fout in a komt. Bij relatief grote afstand van H tot de lijn PR kan zo een waardevolle controle op de verkenning met de nomogrammen figuur 12 of 13 verkregen worden. Direct vergelijkbaar zijn de volgende af leidingen niet met die uit 5, omdat enigszins andere vereenvoudi gingen zijn ingevoerd. Stellen we (zie figuur 14) Z RPT P, Z PTR T en Z TRP R dan moet voldaan zijn aan de voorwaarden sin a sin sin (R (3) sin p sin (P a) sin 72 P 2 7t a r1 r2 7»= 2 Ti a rs P 10 7 2 n p r2 r3 R a r1 r3 R Differentiëring van (n) geeft na rangschikking der termen: M Qz ''1} Qn Qr* {''3} Qr3 n Qp Q-r O. '2) waarin {a} cotg a cotg (P a) cotg 1\ cotg 72 cotg(/e—p) cotg p I {rj cotg p cotg (R P) cotg 71 cotg 72 {r2} cotg pcotg(/£P) (12a) {'-3} cotg Ty cotg ^2 l {P} cotg '1\ cotg (P a) cotg (R P) cotg T2 j Stellen we mrf p.2 c2 met l{ achtereenvolgens B HP Z HR, D HT, vir-^ r2 r3 ™r2 r% o (waarbij de invloed van centreerfouten in de signalen in P, R en T aangeeft) en voegen we nog een term aan m2x toe voor het effect van een centreerfout van het signaal in H bij meting van de irichting PHdan volgt uit (12)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 15