I 1
188
^33 a33a13pl'a23 P2
^34 a34a13?l °23?2 a34 °14^1a24p2 (lot>)
^44" a44®14?1 °24?2'
Uit vergelijkingen (9) berekent men de Q-getallen Qn, Q12, Q22
en 033> 034, Q44 nomografisch, waaruit de hoofdelementen van de
foutenkrommen van beide punten ook weer nomografisch afgeleid
kunnen worden.
Uit (7) worden dan de resterende 0-getallen gevonden, en wel
dubbel, wat een afdoende controle zowel op de numerische als op de
nomografische berekening geeft (afgezien van de onvermijdelijke af-
rondingsfouten). Ook hier wordt de numerische berekening weer met
de rekenliniaal uitgevoerd1).
Een rekenschema is in tabel 4 gegeven, waarbij ter wille van de
overzichtelijkheid andere, minder efficiente, controlemogelijkheden zijn
weggelaten.
Een voordeel van dit schema (voor dit doelboven dat van Gauss
is, dat de invloed van afrondingsfouten op de elementen van beide zo
verkregen foutenkrommen gelijk geschat kan worden door de symme
trische oplossing. Of tevens een tijdsbesparing optreedt, zal slechts de
persoonlijke praktijk voor ieder leren.
Voor de berekening van de foutenkrommen lijkt het mij zeker vol-
3
Opmer-
j kingen
a
459
308
308
464
676
331
331
469
b
39.5
26,0
26,0
39.0
22,8
16,0
16,0
32,5
x 10-4
X IO-4
c
389
244
408
269
389
408
244
269
d
0,476
0,264
0,580
0,415
o,497
0,500
0,171
0,221
e
254
59
59
293
224
60
59
201
t
41.5
8,5
8,5
36,0
48,5
14.5
14,5
54,o
X IO-4
X IO-4
f.'
17,5
20,5
5.5
10,0
16,9
5,i
19,8
9,5
X IO"4
X IO"4
Tabel 5
Kolom
i, 2
Kolom
3,4
Verschil
(?13
- 17,5
16,9
0,6
014
5,5
5,i
0,4
(?23
20,5
19,8
0,7
Q 24
10,0
9,5
0,5
Ge
middeld
Tienstra
Verschil
Qn
48,5
48,2
0,3
Q12
14,5
14,6
0,1
(?22
54,0
53,9
0,1
Q 33
4i,5
40,1
0,4
(?34
8,5
8,7
0,2
Qa
36,0
35,7
0,3
Qis
17,2
16,5
0,7
<?14
5,3
5,i
0,2
(?23
20,2
19,4
0,8
(?24
9,8
9,6
0,2
Tabel 6
1) Dergelijke verkenningsberekeningen zullen nl., om tijd te sparen, toch
veelal direct of 's avonds ter plaatse worden uitgevoerd.