G>1G= s;)-"»0'"'
of ^ag, 8;-cc; 7-I' C°)
195
Evenzo kan men trachten A Gp<r te bepalen, dus de correctie
aan GfI in (3) uit de formules:
f o voor cs t
of a
Oplossing geeft A <?p!r Gpr 7^ Gfr T\ A Gfr (11)
We kennen G weer uit de benaderde oplossing en 7T uit (10),
px w
terwijl we de tweede term in het rechterlid van (11) weer kunnen
verwaarlozen.
Evenzo kan men voor het vierde en zesde probleem de indices-
rekening gebruiken en aldus de formules in een meer compacte vorm
schrijven dan Wolf en Kitsch doen.
Tenslotte zij opgemerkt, dat de in dit boekje behandelde problemen,
getoetst aan de theorieën van Tienstra, het inzicht in deze materie
verdiepen. G. J. Bruins
H. Haalck: I. Die vollstandige Bestimmung örtlicher gravime-
trischer Störungsfelder aus Drehwaagemessungen mit Berech-
nungsbeispiel.
II. Das physikalische Bildungsgesetz der Figur der Erde
(Theorie der normalen Erdgestalt).
Veröffentlichungen des Geodatischen Institutes in Potsdam. Nr. 4.
Akademie-Verlag, Berlin, 1950. 53 blz., 21 X 30 cm, prijs DM 13.—.
I. De resultaten van metingen met de torsiebalans worden gewoon
lijk voorgesteld door gradiënten en krommingsgrootten.
De auteur behandelt in dit artikel een aantal andere afgeleiden en
licht deze toe met een practisch rekenvoorbeeld van een torsiebalans-
opneming nabij Weddingstedt (Holstein). De resultaten worden voor
gesteld door isanomalieënkaartjes (gesplitst in regionale en locale)
o.a. van de g en van de verticale gradiënt en door profielen.
Vervolgens wordt de samenhang besproken tussen de dichtheids-
verschillen in de ondergrond en het gravimetrische veld.
De Bruijn
II. De poging die de schrijver doet om een tweede-orde-benade-
ring in de afplatting a van de figuur van de aarde te geven zonder
veronderstellingen over de dichtheidswet in de aarde, valt te prijzen.
Dat hij hierin geheel geslaagd zou zijn, meen ik echter te moeten be
twijfelen. Immers, de ingevoerde /3 is van de orde van a2 en hangt af
van de dichtheidsverdeling in de aarde (blz. 48), evenals bij de vroe
gere berekeningen. Dat f3 ongeveer lineair zou kunnen worden geïn
terpoleerd tussen twee extreme waarden, verkregen uit twee extreme