197 ging van de nauwkeurigheid van de zijden en de lengte van de geo detische lijn, evenwel een aanmerkelijk grotere nauwkeurigheid van de azimuths b het inschakelen van de basisvoorwaarde verhoogt de nauwkeurig heid van de zijden, die van de oriëntering daarentegen niet noemens waard c het afsluiten op een bekend eindazimuth verbetert de oriëntering, niet de zijdelengten. V. R. Olander onderzocht de invloed van Laplacepunten op de nauwkeurigheid van coördinaten en azimuths bij een gestrekte ketting, bestaande uit gelijkzijdige driehoeken. Benaderingsformule van de Coast and Geodetic Survey. Hier wordt een factor R berekend, die de kwaliteit van de driehoeksketting aan geeft. De kleinste waarde van R geeft de grootste nauwkeurigheid aan. De formule voor het gewicht van een zijde na vereffening op de drie- hoeksvoorwaarden, wordt door de Union Géodésique et Géophysique aanbevolen. Vergelijking van volgens deze methode berekende waarden met die uit de strenge formules, pleit tegen het gebruik van de factor R. Alexandre J. Corpaciu, Considerations sur les equations de con dition et le calcid des développements des correlatives dans la compen sation conditionnelle des chaines de quadrilatères avec deux diagonales. De schrijver ontwikkelt hier de door H. Boltz ingevoerde vereffe ningsmethode met voorwaardevergelijkingen van een driehoeksnet voor een ketting bestaande uit vierhoeken met hun diagonalen. Hij drukt hierbij, evenals Boltz, de correlaten uit in de sluitfouten; zowel uit gaande van willekeurig 3 van de 4 in iedere vierhoek bestaande hoek- voorwaarden, als van 3, door eliminatie uit de 4, ontstane nieuwe voorwaarden. De hierbij naar voren komende schijnbare ongerijmd heid, dat de resultaten onafhankelijk van de lengte van de ketting zijn, vindt zijn oorzaak in het negeren van de bestaande voorwaarden voor de zijden. A. Gougenheim, Étude pratique de la marée gravimétrique Hier worden de kleine schommelingen in de intensiteit van de zwaartekracht, tengevolge van de aantrekkingskracht van zon en maan, bestudeerd. Dit verschijnsel speelt zowel een rol bij het opsporen van metalen als bij de bepaling van de elastische vervorming van het aard oppervlak, welke laatste één der componenten is van bovengenoemde schommelingen. Deze component is het verschil tussen de waargenomen en de berekende werking van zon en maan op de zwaartekracht. De voor dit doel nog steeds in gebruik zijnde instrumenten zijn behept met een fout (vergelijkbaar met de gang van een chronometer) die waar nemen over een lange periode onmogelijk maakt. De beperkte gevoelig heid van deze instrumenten vereist het verrichten van waarnemingen op momenten waarop de invloed van zon en maan het sterkst merk baar is. Bovendien kunnen tengevolge van bovengenoemde instrument- fout slechts korte series worden waargenomen, waarbij ook slechts die

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 31