LANDMEETKUNDE Prof. Ir. W. BAARDA Verkenning van een Snelliuspunt. Hoogleraar aan de Technische Hogeschool te Delft Vervolg van blz. Ji) 5. Foutentheorie van een driehoeksmeting met gebroken richting. Is het niet mogelijk de excentrische meting zo uit te voeren, dat voldaan is aan de voorwaarde (20) van 3, dan kan men proberen voor de inschakeling van, in ons geval, richting 5 (zie fig. 3) de methode met gebroken richting toe te passen. Deze methode is in wezen weer een excentrische meting, echter met zeer grote afstand van standplaats tot centrum. Dit laatste maakt, dat een geheel andere wijze van oplossing gezocht moet worden. Voor de ontwikkeling van de methode met zijn vele aspecten wordt hier naar de literatuur verwezen1). In dit artikel zullen we ons beperken tot de m.i. meest praktische oplossing, die in ons land tevens voldoende mogelijkheden biedt, name lijk de eenmaal geknikte richting met berekening van de benodigde afstanden uit coördinaten, bepaald door een driehoeksmeting. Noemen wij het knikpunt H (hulppunt), dan kan voor het voorbeeld van 2 de in figuur 8 aangegeven oplossing van dit vraagstuk wellicht van toepassing zijn. In P wordt de richtingenserie 1, 2, 3, 4, H en in H 1, P, 4, 5 gemeten. Uit drie richtingen worden voorlopige coördinaten van P en H berekend (voor H hier uit de richtingen 1, 4, 5) met een vierde richting als controle, waarna de afstanden P H en H 5 uit de zo ver kregen coördinaten berekend worden. In A HP5 kan dan het overgangshoekje a met tangens- of sinus- regel uit de richtingenserie 1 t/m 5 door vereffening volgen 2). Teneinde na te kunnen gaan aan welke eisen de meting in en van H moet voldoen, beschouwen we de driehoek, waarbij we het punt 5 alge meen door R (richtpunt) hebben aangegeven (zie figuur 9). De berekening van a geschiedt uit tg p2 (a P) A B tg y, a p y (i) of uit sin a sin y. (2) 1) Men zie o.a. het artikel van J. Wolthuis in dit tijdschrift, jg. 1949, blz. 176, waar ook de eerder verschenen Duitse literatuur vermeld is. 2) Definitieve coördinaten van H mogen in deze gedachtengang beslist niet berekend worden; H dient slechts als tijdelijk hulppunt, zodat voor de bepaling van coördinaten met een zeer eenvoudige meetopzet volstaan kan worden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 3