RECHT EN ADMINISTRATIE Ir. H. PH. VAN DER SCHAAF Reorganisatie van het kadaster 208 Landmeter ie klasse van het kadaster, Breda: Na het Octobernummer van 1948 bevat ons tijdschrift geen bij dragen meer over dit onderwerp, hoewel het openen van perspectieven tot het verkrijgen van een beter kadaster de lezers ongetwijfeld zeer ter harte gaat. Het vastlopen der schriftelijke discussie, waaraan deel namen Mr. Schuttevaer en Mr. Jonas enerzijds, Ir. W. van Riessen en de Studiecommissie voor reorganisatie van de kadastrale dienst ander zijds, is te betreuren, wijl de tijd waarin wordt gewacht op de herzie ning van ons B.W. zeer goed gebruikt kan worden voor verdere ge- dachtenwisseling over enkele principiële punten. Vandaar, dat ik gaarne aan een door het Bestuur der Vereniging voor Kadaster en Landmeet kunde tot mij gericht verzoek tracht te voldoen, om enige nadere be schouwingen te wijden aan enkele aspecten van het Rapport van de Studiecommissie, gepubliceerd in het Augustusnummer 1947 van dit tijdschrift. Het doel van deze reorganisatievoorstellen is meer rechtszekerheid ten aanzien van de grondeigendom te verkrijgen door middel van een zo perfect mogelijke administratie van het Kadaster (jaargang 1947, blz. 306). Reeds aanstonds wordt met de taakomschrijving van de Rijksdienst van het Kadaster (artikel 2 ontwerp K.B.) de betekenis van het kadaster gebracht op het niveau waar het thans thuis hoort. Niet meer een instelling voor de grondbelasting, maar een instelling voor het administratief vastleggen van de rechten op de bodem naar object en subject. In rechtsgedingen kunnen de feitelijke gegevens die dit kadaster op levert van invloed zijn, zonder dat aangevoerd kan worden, dat deze gegevens alleen maar belang hebben voor de heffing der grondbelasting. Nochtans kunnen zij alleen maar opleveren feitelijke vermoedens, welker betekenis aan het oordeel en de voorzichtigheid van de rechter wordt overgelaten (artikel 1959 B.W.). Hoe meer deze gegevens in overeenstemming zijn met onze bepalingen van burgerlijk recht, hoe meer waarde het kadaster zal hebben, hoe groter tevens zijn indirect juridische betekenis. De Studiecommissie legt ons vervolgens ter bereiking van betere kadastrale gegevens een ontwerp Hermetingswet voor. Het is de be doeling, dat het hermetingsresultaat volgens art. 4 van het ontwerp Kadasterwet kadastraal zal worden verwerkt. De aldus in het kadaster opgenomen gegevens zullen weer alleen van feitelijke betekenis zijn logisch was het daarom, de hermetingsprocedure in een aparte wet te

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 42