227
Reicheneder geeft een aantal uitstekende voorbeeldenzo
blijkt zijn zekerheidscoëfficient merkwaardig goed de diverse con
clusies van Schroeder in zijn artikel Trigonometrische und poly-
gonometrische Arbeiten, Allg. Verm. Nachr. 1939 blz. 425, te voor
spellen. Merkwaardig genoeg heeft R. het boven gegeven algemene
onderzoek van er niet uitgevoerd, zodat hij niet alles uit zijn voor
beelden heeft kunnen halen.
Een bezwaar blijft echter toch de moeizame berekening van de
<r's. Wellicht dat ook hier het „nomogram Q-getallen" enige verlichting
geeft.
Als toepassing het volgende geval
Een punt P wordt voorwaarts ingesneden vanuit de punten 1 t/m 5.
De ligging van de ten opzichte van P geïnverteerde punten is in fig. 19
20
a-as
Fig. 19
aangegeven. Omdat door de bijzondere vorm van (2) schaalkwesties
geen invloed op a hebben, nemen we eenvoudigheidshalve de lengte
P 4 P 2 1, dan is F 1 P 3 K2 en P 5 3.
Punt nr.
(rich
a
b
aa
ab
bb
tingen)
1
1
1
1
1
1
2
1
0
1
0
0
3
1
1
1
1
1
4
1
0
1
0
0
5
0
5
0
0
25
ci-Qxx
Ci-QXY
c^Qyy
1, 2, 3, 4, 5
4
2
27
325
25
49
2, 3,
4, 5
3
1
26
420
17
49
5-Qxx 162.C2
1, 3,
4, 5
3
2
2 7
440
33
50
5-QxY I2-Ca
1, 2,
4, 5
3
1
26
420
17
49
5-QyY 25-c2
1, 2, 3,
5
3
2
27
440
33
50
QXX235-c2
1, 2, 3,
4
4
2
2
630
630
1250
C Qxy'1 —73-02
2350
730
1448
QYY'J i45-c2
Tabel 12 (ct en c 2 constanten)