tg 9l ïÊï2 0'0048 01 3997 gr 200 gr J 162 73 12 235) tg2 6 (162 145 25 235) tg 0 12 145 25 73) o of 9006 tg2 0 17615 tg 0 85 O. tg02:= fSïl 1,9611 02 70,0 gr 200 gr °79' cr2 0,89 228 In tabel 12 is de berekening der Q-getallen uitgevoerd met behulp van het nomogram. Uit (26) volgt dan (27) en (28) geven dan 162 tg 012 12 tg 0 25 235 tg 6 73 73 tg 0 145 of -12.78 25,06 74,13 145.35 0,I7, 0,41 2 3057 I467 Vergelijken we deze uitkomst met tabel 11, waar voor u 3 o 0,87, dai. mogen we hier wel als conclusie aantekenen, dat voor de definitieve bepaling van het punt P een wijziging in de meetopzet over wogen moet worden, teneinde verbetering van de waarde voor ffmln ffi te bereiken. Het is duidelijk, dat hier de overwegende invloed van de (korte) richting 5 P op de F-coördinaat van P onvoldoende gecontroleerd wordt. Appendix III. Moduluskwesties bij achterwaarts ingesneden Snelliuspunten. a. De correctievergelijkingen voor achterwaartse richtingen zijn, als gesteld is oriëntering O 0„ A O coördinaten X X„ A X, I'' F„ A F AÖ «,-A X bi A V ft e gewicht gt (i i, ,n). (2) De normaalvergelijkingen worden dan A O - [ga] AX - [gb] A F [gf] o - [ga] A O [gaa] A X [gab] A F 4- [gaf] o (3) [gb] A 0 4- [gab] A X [gbb] A Y [gbf] o. Noemen wij de coëfficiënten in de oplossing met onbepaalde coëffi ciënten (de „Q-getallen") /'00. Pox< Poy> XX etc-> dan kunnen deze berekend worden uit de negen vergelijkingen (bekort neerge schreven)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 14