250
Omtrent de practische vraag, hoe de vaststellingsovereenkomst dient
te worden vastgelegd, welke vraag in het rapport van Mr. Ir. C. A.
Berg en C. J. Kluvers onbeantwoord is gelaten, maakt de heer Heines
de volgende opmerkingen
ie. Moet hiervan een proces-verbaal worden opgemaakt, of is het
vermelden van aanwijzers op het veldwerk voldoende?
2e. Hebben we te maken met een beschikkingsdaad of met een be-
heersdaad van de aanwijzers?
3e. Is er een machtiging vereist voor hen die namens anderen de aan
wijzing verrichten?
Bij het wetsontwerp op de grensregeling van 1916 was de juridische
figuur de overeenkomst van grensregeling gepaard gaande met delimi
tatie en afpaling. Een schriftelijk stuk werd opgemaakt in de vorm van
een proces-verbaal door de landmeter. Dit zou worden openbaar ge
maakt door nederlegging ten hypotheekkantore (let wel, geen over
schrijving, enkel publicatie). Voorts wordt het veldwerk geacht de in
het proces-verbaal opgenomen grensregeling juist weer te geven, be
houdens bewijs van het tegendeel.
De heer Haasbroek deelt mede, dat bij de hermeting Amsterdam
werd gebruik gemaakt van delimitatieformulieren, samengesteld in
overleg met Prof. Adriani, waarbij de aanwijzers, eventueel vertegen
woordigd door hun gemachtigde, verklaren, ten behoeve van de
kadastrale dienst aan de landmeter van het kadaster de grenzen van hun
percelen te hebben aangewezen en deze grenzen als eigendomsgrenzen
te erkennen.
Mr. Jonas stelt de eis van publicatie ener akte van grensregeling, in
dien men een bepaalde rechtstoestand wil fixeren.
De voorzitter merkt op, dat publicatie niet noodzakelijk, alleen maar
wenselijk genoemd kan worden, indien aan de grensvaststelling ook
buiten de publicatie om rechtskracht kan worden toegekend, gelijk bij
scheiding.
Met betrekking tot de hoofdvraag nl. of bij een hermeting al dan
niet moet worden gedelimiteerd, meent de heer Heines in vergelijking
met de behandeling van dit onderwerp door I. Boer Hzn. in verband
met het wetsontwerp op de grensregeling 1916 een evolutie te kunnen
waarnemen. Als regel werd destijds de delimitatie beschouwdbetwiste
grenzen kregen een aparte signatuur, terwijl tevens werden onderschei
den de eenzijdig gedelimiteerde grenzen, en die, welke met behulp van
oud veldwerk werden vastgesteld, wanneer niemand verschijnt. Thans
is het opvallend, dat gesteld wordt, dat bij herkaartering geen delimi
tatie te pas komt, terwijl het beantwoorden van de vraag, of een grens
gedelimiteerd zal worden afhankelijk is van het constateren ener af
wijking van de terreinsgrens met de kadastrale grens (rapport Mr. Ir.
C. A. Berg - C. J. Kluvers). De door de landmeter door herkaartering
vast te stellen grenzen treden thans meer op de voorgrond (rapporten
Mr. J. H. Jonas en Ir. W. van Riessen) in het laatste rapport wordt
vooral de nadruk gevestigd op de gevaren van delimitatie, wanneer
occupatie heeft plaats gehad.