262 Mijnheer de Voorzitter, een wijs man heeft een voordracht eens vergeleken met de rok van een schone jonge vrouw: ,,It ought to be long enough to cover the subject, but short enough to be interesting". Ik geloof, dat ik nu wel aan de zoom toe ben. Alvorens echter te eindigen moet ik een grove fout erkennen. Dat is in de regel een ietwat pijnlijke bezigheid, maar deze keer gaat het mij vrij gemakkelijk af, omdat ik reeds in het begin beloofd heb deze fout te zullen maken. Steeds heb ik maatschappij en hoger onderwijs tegenover elkaar ge plaatst een schematisering ter wille van een stringent betoog, maar niettemin onjuist. Het hoger onderwijs is of althans behoort te zijn een organisch deel van de samenleving, dienend en richtend, geschraagd in het bijzonder door de oud-alumni en tegelijk beseffende de bijzon dere verplichtingen tegenover hen. De sub-Afdeling Geodesie van de Technische Hogeschool poogt hier aan te voldoen door hogeschool- en studiedagen. Dat de studiedagen worden georganiseerd in samenwerking met de N.L.F. is op zichzelf reeds een blijk van verbondenheid van oud-alumni en T.H. Overtui gender nog is uiteraard de grote ons door andere ingenieurskringen zeer benijde belangstelling, die op die dagen de landmeetkundige wereld toont. Waarlijk, mijne Heren, de T.H. is Uw Hogeschool, voor velen Uwer wel, voor velen weliswaar niet de Alma Mater, maar voor ons allen de plaats waar ons geliefde vak zijn home heeft. Literatuur (1) S. Hofstra: De sociale aspecten van kennis en wetenschap. Amsterdam 1937. (2) H. R. Kruyt, A. H. Blaauw e.a.De betekenis en de rol der wetenschap in de maatschappij. 's-Gravenhage 1940. (3) G. C. Heringa, J. StraubDe taak der Universiteit. Amsterdam 1945. (4) H. R. Kruyt: Hoge School en Maatschappij (2de dr.). en: Rede tot de universitaire gemeenschap. Amsterdam 1946. (5) J- Ortega y Gasset: Mission of the University. (Translation by H. L. Nostrand). London 1946. (6) Committee on Science and its Social Relations: Report on the public attitude of scientific bodies. London 1946. (7) R. J. de WitGedachten naar aanleiding van de ingenieursstudie. (Lezing, niet gepubliceerd). Groningen 1946. (8) Centrale Commissie voor StudiebelangenReorganisatie van het technisch hoger onderwijs. Delft 1947. (9) Verbond van Wetenschappelijke OnderzoekersDe achtergrond van ons streven. Leiden 1947. (10) Inter-Professions Conference: Education for professional responsibility. Pittsburgh 1948. (11) R. S. K. Seeley: The function of the University. Toronto 1948. (12) Rapport van de Staatscommissie tot Reorganisatie van het Hoger Onder wijs. 's-Gravenhage 1949. (13) O. Bottema: Rectorale rede. Jaarboek van de Technische Hogeschool te Delft. Delft 1951. 14) Anglo-American Council on ProductivityUniversities and Industry. London, New-York 1951. (15) Die Bundesrepublik Deutschland und ihre Lander. Ausgabe Berlin. Berlin- Friedenau 1951. (16) H. Harri: Entwicklung der photogrammetrischen Grundbuchvermessung. Schw. Ztschr. für Vermessung und Kulturtechnik 1952.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 48