266 De heer Heines vraagt of het mogelijk is aan de T.H. naast de bestaande opleiding een opleiding van beperkter omvang op te nemen, zoals dit in Amerika het geval is. De spr. antwoordt, dat dit vraagstuk voor vele gebieden van het hoger onderwijs geldt. Een vergelijking met de studies voor „master" en „bachelor" in de Verenigde Staten toont, dat de vooropleiding in ons land, dus het middelbaar onderwijs, eveneens anders is gericht. De „highschool" is ongeveer gelijkwaardig aan onze 3-jarige „H.B.S.". Daarna volgt het „college", waar men naast een studie van wiskunde, zoals die bij ons in de 4e en 5e klasse der H.B.S. wordt gegeven, lessen in technische vakken geeft. Na drie jaar heeft men in Nederland aan de T.H. een betrekkelijk kleine hoeveelheid technische kennis ver worven, die niet in evenwicht is met de verkregen wiskunde-kennis. Daarom duurt de studie aan de T.H. ter afronding van onze technische kennis 5 jaar. Een kortere opleiding acht spr. niet uitgesloten, maar dan moet deze een afgerond geheel vormen en geen afgebroken studie van een lang durige opleiding. De voorzitter meent, dat de verkorte opleiding in de hogeschool moet worden geplaatst. Daar liggen de belangrijke contacten die van belang zijn voor de algemene vorming. „Zijn de docenten over het algemeen tegen een kortere opleiding gekant?" vraagt de heer Heines. De voorzitter ziet practische moeilijk heden, daar de propaedeuse moet worden veranderd. Prof. Roelofs merkt op, dat de gedachte van een nieuwe opleiding wel algemeen wordt aanvaard. In Delft heeft men de z.g. „kleine wis kunde", die bruikbaar zou zijn voor de ,,bachelor"-studie. De heer Stoorvogel begint met de voorzitter te danken voor de hartelijke woorden van welkom en brengt de beste wensen van de Directeur-Generaal der Belastingen, de heer Postma, voor het slagen van het congres over. De heer Stoorvogel stelt voorop, dat hij grote waardering heeft voor de lezing van Prof. Roelofs en zich met de inhoud hiervan in grote lijnen kan verenigen. De studie geeft z.i. een volkomen bevredigende grondslag voor de kadaster-landmetersde studium-generale, die in Delft is ingevoerd, geeft de studenten een bredere kijk op de maatschappij. De kadastrale dienst zal ten volle kunnen profiteren van de geod.-ingenieurs. Als voldoende wordt gelet op de behoeften der maatschappij heeft spr. geen angst voor de toekomst. Hij vestigt de aandacht op het feit, dat de kadastrale dienst een belangrijk afnemer van de Technische Hogeschool zal blijven. Het probleem van de heer Heines ziet de heer Stoorvogel los van het kadaster. Prof. Roelofs dankt de heer Stoorvogel voor de doeltreffende on dersteuning van zijn betoog. De heer Schuurman vraagt of aan de T.H. aandacht wordt geschon ken aan de selectie der studenten naar karakter en verantwoordelijk heidsgevoel. Hij ziet hierin een sociale taak voor de T.H.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 52