286 eenstemmen met het geodetische azimuth, het azimuth op de referentie ellipsoïde. Het verschil tussen beide waarden, de correctie voor schiet loodafwijking, kan men vinden door tevens het astronomische lengte verschil van het onderhavige punt t.o.v. het centrale punt, het uitgangs punt van berekening, te meten. Men kan dan een betrekking opstellen tussen de astronomische en geodetische waarden van azimuth en lengteverschil in beide punten, de z.g. voorwaarde van Laplace, die na genoeg onafhankelijk is van de schietloodafwijkingen in beide punten. Nu was het noodzakelijk in genoemde zeer lange driehoeksketting van Bonn naar Kiel enkele van deze voorwaarden van Laplace in te voeren. Daartoe werd op het primaire driehoekspunt Leeuwarden en ter con trole op Ameland een astronomische lengtebepaling verricht, zoals dit indertijd reeds op de Ubagsberg in Zuid-Limburg was geschied. De astronomische azimuths op deze punten waren reeds omstreeks 1904, bij de beëindiging van de primaire driehoeksmeting, bepaald. Behalve dat men hiermede een voorwaarde van Laplace voor het Europese drie- hoeksnet verkreeg, kon ook het Nederlandse primaire net op deze wijze worden gecontroleerd. Reeds in 1943 had Prof. Roelofs in een studie over Laplace-punten er de aandacht op gevestigd, dat indertijd bij de vereffening van het primaire net dergelijke voorwaarden niet waren ingevoerd. Thans deed zich achteraf de mogelijkheid voor deze voorwaarde tussen Leeuwarden en Ubagsberg op te stellen en uit de sluitfout een indruk te krijgen van de inwendige verwringing van het net. Om een meer volledig inzicht te krijgen werden bovendien in een andere uithoek van Nederland, in Zierikzee, en ter controle in Goede reede, dergelijke astronomische metingen verricht. De sluitfouten in de voorwaarden van Laplace tussen deze punten, die gemiddeld onge veer 200 km van elkaar verwijderd liggen, bedroegen maximaal 1". Hieruit kan de conclusie getrokken worden, dat de nauwkeurigheid van het Nederlandse primaire driehoeksnet aan hoge eisen voldoet en het ontbreken van voorwaarden van Laplace bij de vereffening van dit net geen ernstige gevolgen heeft gehad. Zeer geachte Toehoorders, Bij de aanvaarding van mijn ambt betuig ik mijn eerbiedige dank aan Hare Majesteit de Koningin voor mijn benoeming tot lector aan de Technische Hogeschool. Mijne Heren Curatoren der Technische Hogeschool, Ook U dank ik ten zeerste voor het vertrouwen dat U in mij hebt gesteld door mij voor dit ambt te hebben willen voordragen. Ik hoop, met Gods hulp, mijn beste krachten aan de mij opgelegde taak te wijden en Uw vertrouwen niet te beschamen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 16