J\ ,°L
i 1
y 1
A 1
A'F—d--1 t
W. LANGERAAR
De geodimeter
291
We leggen de vaste lijn van de celluloidplaat op P3 Mhet gaatje
op P3 en stippen aan de punten A3 en B3. Hiermee doorlopen we
de assen O Y, resp. O X. We vinden dan de met cirkeltjes aangeduide
punten van de ellips; passeert PM het punt O (in K en in L) dan
zijn daar de snijpunten van korte en lange as.
Figuur 3. De grafische vereffeningsmethode H. T. W. geeft twee
punten van de foutenellips, Pi en P2, met de richtingen van de raak
lijnen aldaar en het middelpunt. De raaklijn in Pi is evenwijdig met
ÓP2, die in P2 evenwijdig met OPi, de middellijnen van de ellips
zijn dus toegevoegde. De projectie Ai van Pi is weer het bij de stand
P2
jb 1 o
JyV
Fig- 3 Fig. 4
Pi behorende glijpunt Ai, de projectie B2 van P2 is het bij de stand
P2 behorende glijpunt B2. Het bij P2 behorende punt A2 vinden we
door P2A2 gelijk te maken aan PiAv M is het middelpunt van de
omgeschreven cirkel van A2 O B2 enz.
Figuur 4. Vectormethode. Gegeven P, en P2, punten van de ellips,
met aldaar de richting van de raaklijnen. Trek door het eveneens
gegeven punt O assen evenwijdig aan deze raaklijnen. Bij elkaar be
horen weer P1 en de projectie At, P2 en de projectie B2. A2 vinden
we door P2A2 Pi Ai te maken enz.
Luitenant ter Zee der ie kl. van de Hydrografische Dienst te 's-Gravenhage
1. ALGEMEEN
De geodimeter, een ontwerp van de Zweedse geodeet Dr. Erik Berg-
strand en vervaardigd door AGA-Gasaccumulator te Stockholm, dient
tot het rechtstreeks meten van grote afstanden. De snelheid van meten
en de bereikbare nauwkeurigheid maken dit instrument van grote