296 is evenredig met het kwadraat van het spanningsverschil tussen de electroden, zodat het faseverschil met dezelfde frequentie varieert als dit spanningsverschil. Het faseverschil tussen de twee componenten heeft ten gevolge, dat het uit de Kerr-cel tredende licht elliptisch gepolariseerd is. Doordat het faseverschil veranderlijk is, is ook de mate van ellipticiteit, de excentriciteit, veranderlijk en varieert tussen o en i. Bestaat er geen spanningsverschil tussen de electroden van de Kerr-cel, dan blijft het licht gepolariseerd in het vlak van de polarisator. Het licht dat uit de Kerr-cel treedt, wordt gevoerd door een tweede polaroïdfilter, de „analysator" genaamd. Het polarisatievlak van de analysator staat loodrecht op dat van de polarisator, zodat van het elliptisch gepolariseerde licht alleen de ontbondene in het polarisatie- vlak van de analysator wordt doorgelaten. Ts er geen spanningsverschil tussen de platen van de Kerr-cel, dan wordt er dus geen licht door gelaten. Figuur i geeft een grafische voorstelling, waarin de intensiteit van het door de analysator doorgelaten licht is gegeven als een functie van i-n c 3 5 8 9 X 10 L het spanningsverschil tussen de electroden. Men zou deze grafiek de „karakteristiek" van de electro-optische sluiter kunnen noemen. Tussen de punten a en b is deze karakteristiek ongeveer rechtlijnig. Deze punten komen overeen met spanningsverschillen van resp. 3000 V en 7000 V ongeveer. Dit betekent, dat een variabel spanningsverschil met een benedengrens van 3000 V en een bovengrens van 7000 V een variabele intensiteit ten gevolge heeft, waarvan de grafische voorstel ling ongeveer gelijkvormig is aan die van het spanningsverschil. Een variabel spanningsverschil dat aan bovengenoemde boven- en ondergrens voldoet, kan worden verkregen door aan de electroden een constant spanningsverschil van 5000 V te geven en daarop te super- poneren een wisselspanning van ongeveer 2000 V amplitude. Dit ge schiedt in de geodimeter en heeft tot gevolg, dat de intensiteit van het door de analysator doorgelaten licht binnen zekere grenzen fluc tueert om een gemiddelde waarde, die behoort bij het constante span ningsverschil van 5000 V.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 26