298 ampèremeter stuurt. Indien dan de opeenvolging van de gevallen I en II snel genoeg geschiedt en de traagheid van de ampèremeter voldoende groot is, zal deze meter het verschil van beide afgegeven stroomsterkten bij voortduring registreren. Hierdoor zal dan het functionele verband tussen de door de ampèremeter aangegeven stroomsterkte en de afstand tot de vlakke spiegel, worden aangegeven door de verschilkromme III in figuur 2. De afstand tussen twee opeenvolgende standen van de vlakke spiegel waarvoor de ampèremeter nulstroom aanwijst, kan nu worden gebruikt als de maateenheid waarmee de basis wordt gemeten, omdat in het punt waar de meter nul aanwijst, het differentiaalquotient dijdD maximaal is. De i8o°-fase-omdraaiing van de stroom-afstand-kromme, waardoor de fotocel van functie verandert, geschiedt niet, zoals men wellicht zou denken, in de fotocel, doch in de Kerr-cel. In 2 bleek reeds, dat de karakteristiek van de sluiter het noodzakelijk maakt, dat een constant spanningsverschil van ongeveer 5000 V aan de electroden van de Kerr- cel wordt aangelegd. Door van dit constante spanningsverschil een wisselspanning van lage frequentie te maken wordt nu het volgende bereikt. Gedurende enige tijd bestaat tussen de platen van de Kerr-cel een bepaald spanningsverschil. Daarna wordt het spanningsverschil om gekeerd van teken. De karakteristiek van figuur 1 is symmetrisch t.o.v. de intensiteitsas, doch ten gevolge van het omdraaien van teken van de spanning aan de electroden zal de fase van de hoogfrequente wis selspanning 1800 verspringen en daarmee de intensiteitskromme van het door de sluiter doorgelaten licht. Hoewel er aan de fotocel niets Verandert, is het dus net, alsof de fotocel voor één bepaalde stand van de vlakke spiegel achtereenvolgens reageert volgens kromme I en kromme TI van figuur 2. In de geodimeter wordt deze wisselspanning gerealiseerd door een 50 Hz wisselspanning van 5000 V amplitude. De fotocel ver andert hierdoor iedere 0,01 sec van functie. Deze wisselspanning wordt dus aangelegd aan de condensatorplaten van de Kerr-cel en daar bovenop wordt de hoogfrequente wisselspanning van 10 MHz met een amplitude van ongeveer 2000 V gesuperponeerd. Teneinde de laagfrequente wisselspanning zo goed mogelijk vierkant van vorm te maken, waardoor wordt bereikt, dat het spanningsverschil van 5000 V zo constant mogelijk is gedurende 0,01 sec, worden de toppen van de sinusoïdale laagfrequente wisselspanning afgevlakt met behulp van een aantal neonbuizen. Dezelfde laagfrequente wisselspanning wordt ook gebruikt om de stroom die door de fotocel wordt afgegeven afwisselend in de ene en in de andere richting door de ampèremeter te sturen. Hierbij worden twee buizen gebruikt, die afwisselend en afhankelijk van het teken van het laagfrequente spanningsverschil, de ene of de andere toegang tot de ampèremeter blokkeren. De traagheid van deze ampèremeter is vergroot door de wijzer aan te brengen in een glazen vat, gevuld met siliconolie.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 28