308
of met (i4b)
er *br grSusf G,rA W*.(15)
Uit (i4a) volgt nu als benadering met AXa O gesteld
A W 11 ev, hetgeen gesubstitueerd in (15) geeft
e" so' èrs GfV 7/ s"
Ofwel
(V e» (16)
Uit (16) kunnen benaderde waarden voor de £r worden berekend
op dezelfde wijze als de uit (10). Wolf zelf bepaalt uit (16)
regressievergelijkingen op dezelfde wijze als bij (10) is aangegeven.
Of zijn handelwijze nu als „streng" kan worden beschouwd, is voor
mij twijfelachtig; in de praktijk zal de toegepaste benadering voor
wel voldoende zijn, als de waarden X0A voldoende raak worden ge
kozen en in (13) grs ur* u," klein is t.o.v. gik u* u*.
Hoewel de publicatie een grote hoeveelheid belangrijke opmerkingen
over de praktische toepassing bevat, maakt de onoverzichtelijke no
tatie het lezen niet tot een onverdeeld genoegen. Of het ook veel zin
heeft zover in te gaan op de details van het opstellen van voorwaarde-
en iteratie- of regressievergelijkingen lijkt mij twijfelachtig; intussen,
diegene die netsvereffening moet toepassen zal hier zeker veel van zijn
gading vinden. Zoals gebruikelijk in de publicaties van deze serie is
een geheel uitgewerkt voorbeeld opgenomen.
Besluiten we deze bespreking met enkele losse opmerkingen.
De betekenis van noot (6) op blz. 11 zal zeker wel niemand erg
duidelijk zijn; Wolf wil toch een „strenge" vereffening?
Op blz. 114 worden de resultaten van een nauwkeurigheidsbereke
ning in het voorbeeld vermeld; er blijkt na vereffening een relatieve
middelbare coördinatenfout uit van 1 300.000.
De vereffening zelf is tevens uitgevoerd volgens de methode van
Eggert; de verschillen tussen beide stellen uitkomsten zijn miniem.
Interessant zijn beschouwingen in hoofdstuk VI (blz. 114 e.v.) over
in de literatuur bekende benaderingsmethoden van vereffening; men
vergelijke tevens het vermelde in publicatie nr. 1 van deze serie.
In hoofdstuk VII (blz. 117) geeft Wolf nog een beschouwing over
systematische fouten en geeft methoden aan ter gedeeltelijke eliminering
hiervan. Het komt mij echter voor, dat hier het juiste inzicht in de
verhouding van vereffeningsmodel en (altijd onvermijdelijke) model-
fouten ontbreekt; in tegenstelling met Wolf ben ik niet van mening
dat deel I van het handboek van Jordan-Eggert hier een betrouwbare
gids is.
In hoofdstuk VIII (blz. 120) schetst Wolf de voordelen van zijn
iteratiemethode. Na de onderzoekingen van Bodewig en anderen is
het echter tenminste als twijfelachtig te beschouwen of iteratiemetho-