313 noemde bestemming en kan het zonder enig voorbehoud ter lezing worden aanbevolen aan een ieder die zich als buitenstaander een glo baal beeld wil vormen van het begrip ruilverkaveling. Uiteraard komen de specifieke werkzaamheden die aan de kadastrale ruilverkavelings- bureaux worden verricht in het boekje niet ter sprake. Enkele opmerkingen Bij de vermelding van de Cultuurtechnische Dienst en zijn onder delen ware het vermelden van de kadastrale Ruilverkavelingsdienst en zijn bureaux stellig op zijn plaats geweest. Het zou m.i. van belang zijn geweest, indien, juist in deze publi catie, de in omloop zijnde verhalen over het voorstemmen van doden bij een ruilverkaveling (ten gevolge van een gebrekkige kadastrale administratie) tot de nuchtere werkelijkheid zouden zijn herleid. Op blz. 34 wordt geen oplossing gegeven voor het geval vóór de stemming blijkt, dat de eigenaar van gronden in een ruilverkavelingsblok niet dezelfde is als degene die bij het kadaster als zodanig bekend is. Op blz. 36 en 37 is voor een buitenstaander niet een voldoend dui delijke grens getrokken tussen proefschatting en eigenlijke schatting. Het proces-verbaal van classificatie is niet genoemd. Ook de vermel ding van het feit, dat de door de schatters te vormen schattingsgrenzen door de landmeter-deskundige in kaart worden gebracht zou de dui delijkheid ten goede zijn gekomen. Op blz. 38 staat vermeld dat het plan van wegen en waterlopen door de Centrale Commissie wordt goedgekeurd. Dit is niet juist (zie artikel 69, lid 3 der Ruilverkavelingswet) Het boekje is fraai uitgevoerd en voorzien van foto's, kaarten en grafieken, gedeeltelijk zelfs in kleurendruk, en dit ondanks de zeer iage prijs. S. M. M. Ir. W. van Riessen, cand. not. Eigendom van appartementen. Uit de serie: Het moderne bedrijfsleven. 64 blz., 10 X 13 cm. Prijs 2.25. Ned. Uitgeversmaatschappij. Leiden, I952- Aankondiging van dit werkje plaatst de recensent voor eigenaardige moeilijkheden. De 64 blz. klein formaat, waarvan enige afgaan voor titelblad en inhoudsopgave en aan het slot een flink aantal voor de tekst van de nieuwe B.W. artikelen met die van de Algemene Maat regel van Bestuur over de kadastrale aanduiding van appartementen, laten slechts geringe ruimte voor een uiteenzetting. Deze moest dus wel summier uitvallen en zo is, met erkenning van het feit, dat de schrijver op bondige maar duidelijke wijze de artikelen bespreekt, van dit uitgaafje te zeggen, dat het een globale indruk geeft van het wezen van deze nieuwe „zelfstandige onroerende zaken", die na 1 December 1952 in het Nederlandse rechtsleven een rol gaan spelen. Of de gebruikers tot wie de uitgever van „het moderne bedrijfs leven" zich wil richten veel zullen hebben aan de tekst der artikelen mag worden betwijfeld. Zij die ze in hun „bedrijf" moeten hanteren, zullen uitvoeriger juridische commentaar nodig hebben. In het eerste hoofdstuk wordt de indruk gewekt, dat deze materie alleen van belang

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1952 | | pagina 43